Inktcartridges beheren
Als u de inktcartridge correct gebruikt, bewaart en controleert, kan dit de hoge kwaliteit van de
afdrukken waarborgen.
Instellingen voor inktcartridges wijzigen
Afdrukken wanneer een inktcartridge het einde van de geschatte levensduur
heeft bereikt
Meldingen met betrekking tot onderdelen worden weergegeven op het bedieningspaneel van het
apparaat.
Een bericht <Onderdeel> bijna leeg (waarbij met <onderdeel> een cartridge wordt bedoeld)
●
wordt weergegeven wanneer een inktcartridge het einde van de geschatte levensduur bijna heeft
bereikt en er een vervangende cartridge moet worden klaargelegd.
Het bericht <Onderdeel> bijna helemaal leeg wordt weergegeven wanneer de inktcartridge
●
het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt.
Het bericht <Onderdeel> heeft geen inkt meer wordt weergegeven wanneer de
●
inktcartridge leeg is.
De instellingen voor Waarsch.niv. weinig inkt via het bedieningspaneel
wijzigen
U kunt de standaardinstellingen op elk gewenst moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet
opnieuw in te schakelen wanneer u een nieuwe inktcartridge installeert.
1.
Druk op de knop
beginscherm van het bedieningspaneel.
2.
Druk op het menu
3.
Druk op de menuoptie
4.
Selecteer een van de volgende opties voor elk onderdeel:
Selecteer
●
Selecteer een vulpercentage om het inktniveau te kiezen waarbij een waarschuwing voor
●
weinig inkt wordt weergegeven.
Afdrukken met modus Kantoor Algemeen
Met de modus Kantoor Algemeen wordt aanmerkelijk minder inkt verbruikt, waardoor de levensduur
van de cartridge wordt verlengd.
1.
Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2.
Selecteer het apparaat en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
70
Hoofdstuk 7 Inktcartridges
Instellingen
(X451 Series) of raak deze aan (X551 Series) op het
Apparaat instellen
of raak het aan.
Waarsch.niv. weinig inkt
Automatisch
om de standaardwaarschuwing voor weinig inkt te behouden.
of raak deze aan.
NLWW