Structureel onderhoud
Montagebouten van de unit compressor en de elektromotor
Controleer jaarlijks alle montagebouten van de compressor van de unit en de elektromotor en
draai deze aan.
Unit inspecteren
Controleer de unit maandelijks op losse of beschadigde draden of hardware, lekkage van
compressorolie of andere schade die de prestaties van de unit kunnen beïnvloeden en reparatie of
vervanging van onderdelen vereisen.
Verdamper -, verwarming - en condensorspiraal inspecteren en reinigen
De verdamper -, verwarming - en condensorspiralen moeten tijdens de onderhoudsintervallen A, B en
C worden gecontroleerd op vuil, pluizen en aanslag. Richt een werklamp op de achterzijde van de
spiraal en kijk of er sprake is van vuilophoping in de vinnen van de spiraal. Het licht moet direct door
de spiraalvinnen heen over de hele spiraal schijnen.
Als de spiraal vuil is, reinigt u deze als volgt:
1. Verwijder met behulp van een zachte borstel of speciale stofzuiger pluizen, vuil en aanslag van het
oppervlak aan de kant van de luchtinlaat op de spiraal. Borstel of zuig in de richting van de vinnen
om schade aan de vinnen te voorkomen.
2. Spuit met behulp van een soort plantenspuit de vinnen van de spiraal in met warm water en zeep
(afwasmiddel werkt goed) met een lage of normale druk. Zo wordt de laag vuil en olie afgebroken.
OPMERKING: Gebruik geen hogedrukreiniger die de vinnen kan beschadigen. Gebruik geen
bijtende reinigingsoplossingen die corrosie kunnen veroorzaken.
3. Spoel de spiraal eerst in tegengestelde richting van de luchtstroom met een tuinslang met
spuitmond en schoon water met een lage of gemiddelde druk schoon. Zo verwijdert u het vuil
grotendeels.
4. Spoel in tegengestelde richting om vuil te verwijderen. Let op dat u niet door de verdamper - en
verwarmingspiralen de bus inspuit. Plaats zo nodig karton of een plaat over het inlaatvlak van de
verdamper/verwarmingspiralen zodat het water niet in de bus terechtkomt.
5. Controleer afvoerbakken en afvoerslangen. Deze moeten schoon en open (niet geknikt) zijn en
vrije afvoer bieden.
6. Ga door met het spoelen van alle vlakken van de spiralen en afvoerbakken totdat uit alle
afvoerslangen op vloerniveau helder water komt.
7. Controleer of elke aftapleiding van de verdamper/verwarmingspiraal op vloerniveau een rubberen
controleklep ("kazoo") heeft. Als regelkleppen van de afvoerleiding van de verdamper/verwarming
ontbreken of beschadigd zijn, wordt lucht in de afvoerleidingen gezogen waardoor verdamper -
condenswater niet kan worden afgevoerd. Ook worden vuil en uitlaatgassen de afvoerleidingen
ingezogen. Installeer nieuwe regelkleppen als deze ontbreken, of vervang ze als ze beschadigd of
hard zijn.
8. Controleer of alle afvoerleidingen van de condensorbuis op vloerniveau open en niet verstopt zijn. Er
mag geen regelklep op de afvoerleidingen van de condensorbuis zitten omdat deze verstopt raken door
het vele regenwater, buswater en vuil in de buurt van de condensorbuis.
VDL BERKHOF
HEERENVEEN
23-12-2005
71