IntelligAIRE II Diagnostiek
Modus Instelling
Als u de modus Instelling via de displaymodule opent, kunt u deze alleen bekijken. U heeft een pc met
SMART -Pac™-software nodig om de instellingen te wijzigen.
1.
Houd de pijltjestoetsen OMHOOG en OMLAAG ongeveer 5 seconden ingedrukt om de modus
Instelling te openen. [Un] wordt weergegeven, wat aangeeft dat de unit in modus Instelling is. De
normale werking wordt stopgezet wanneer de unit in de modus Instelling staat.
2. Druk op de keuzetoets DISPLAY om door de functies van de modus Instelling te lopen. De
functies verschijnen in de onderstaande volgorde:
Programmeerbare functies (modus Instelling)
Display
Programmeerbare functie
Maateenheden (F = Fahrenheit of
Un
C = Celsius)
CC
Koppelingsregeling (rh of Cy)
HC
Bovengrens instelpunt koelen
LC
Ondergrens instelpunt koelen
HH
Bovengrens instelpunt verwarmen
LH
Ondergrens instelpunt verwarmen
HA
Bovengrens instelpunt automatische modus
LA
Ondergrens instelpunt automatische modus
3. Wanneer de gewenste functie wordt weergegeven, drukt u op de pijltjestoets OMHOOG of
OMLAAG om de huidige waarde weer te geven.
4. Druk op de toets TK -LOGO om terug te keren naar het standaarddisplay.
Modus kalibreren
Als u de modus Kalibreren via het displaypaneel opent, kunt u deze alleen bekijken. U heeft een pc
met SMART -Pac™-software nodig om de instellingen te wijzigen. Raadpleeg het ontwerpschema van
de unit om vast te stellen welke ingang wordt weergegeven. In het ontwerpschema is analoge ingang
13 bijvoorbeeld de ATS. Als [A13] wordt weergegeven in de modus Kalibreren, is dit de huidige
waarde van de ATS.
1. Houd de pijltjestoets OMHOOG en de toets TK -LOGO ongeveer 5 seconden ingedrukt om de
modus Kalibreren te openen. [Axx] wordt weergegeven, wat aangeeft dat de unit in de modus
Kalibreren is. De normale werking van de unit wordt stopgezet zodra de unit in de modus
Kalibreren staat.
2. Druk op de keuzetoets DISPLAY om door de functies van de modus Kalibreren te lopen. Op het
display wordt [Axx] weergegeven voor analoge ingangen, [Uxx] voor analoge uitgangen en [Pxx]
voor potentiometers op de servo regelaars.
3. Als de gewenste functie wordt weergegeven, drukt u op de pijltjestoets OMHOOG of OMLAAG om
de waarde ervan te bekijken. De aflezing van de analoge ingang op het display wordt
geconverteerd naar de units die bij de analoge ingang horen. Als een ingang
wordt er "---" weergegeven.
VDL BERKHOF
HEERENVEEN
De aflezing van de analoge uitgang op de display is het percentage
23-12-2005
niet instelbaar is,
51