Opnemen van uw toetsenbordspel
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om uw toetsenbordspel op te nemen voor latere weergave.
Er zijn twee manieren om een opname te maken: Gemakkelijke opname, waarmee uw uitvoeringen via
een eenvoudige bediening kunnen worden opgenomen, en multispooropname waarmee u uw
opnamen kunt overdubben.
Uw opnamen kunnen worden opgeslagen in de melodiebanklocaties 11 t/m 17 (toonopname: 11,
ritmeopname: 12, multispoorpopname: 13 t/m 17).
■ Gemakkelijke opname
Bij Gemakkelijke opname kunt u kiezen uit toonopname en ritmeopname.
• U kunt het toonscherm gebruiken om een opgenomen uitvoering als een toonopname op te slaan.
• U kunt het ritmescherm gebruiken om een opgenomen uitvoering als een ritmeopname op te slaan.
■ Multispooropname
Een multispooropname bestaat uit een enkel systeemspoor waarop een uitvoering kan worden
opgenomen die gebruikmaakt van de lagen-, splits- en ritmefunctie, en vijf solosporen voor opname
van het UPPER1-gedeelte.
• Er is geheugenruimte voor in totaal vijf multispooropnamen.
U kunt ook een toonopname en ritmeopname kopiëren als een multispooropname (pagina NL-196).
■ Opgenomen informatie
De recorder neemt de informatie op over de werking en bediening van de onderstaande functies.
– Toetsenbordspel
– Toonhoogteregelaar
– Toon
– Vocale synthese*
– Aanslagvolume
2
– Pedaal*
2
– Knop*
– Aanhoudfunctie
– Portamento
3
– Lagen*
3
– Splitsen*
– Balans
– Actieve DSP*
4
– Octaafverschuiving
– Systeemeffecten*
– Toonschaalstemming*
– Arpeggiator
– Automatisch harmoniseren*
– Tempo*
3
– Ritme*
3
3
– Registratie*
– Maatslag van opname-instellingen*
*1 Van alle gedeelten, waaronder toetsenbordspel, opgenomen melodieweergave, MIDI IN-geluid
productie enz., kan slechts één gedeelte de liedteksttoon gebruiken. Het gedeelte waarvoor de
liedteksttoon het laatst is geselecteerd, heeft voorrang en de toon van het gedeelte waarvoor de
liedteksttoon voorheen is geselecteerd, wordt de alternatieve toon.
*2 Sommige toegewezen functies kunnen niet worden opgenomen.
*3 Kan niet op het solospoor worden opgenomen.
*4 Bij gebruik van Actieve DSP met meerdere sporen kunnen de tooneffecten verdwijnen en kan de
klankkleur van de toon veranderen.
1
3
(nagalm, zweving, vertraging)
3
3
3
NL-190