3.
Druk op ACTV DSP.
Actieve DSP wordt ingeschakeld en het scherm voor Actieve DSP verschijnt.
4.
Druk op KNOB.
Het knoppenscherm verschijnt.
• Terwijl Actieve DSP is ingeschakeld, kunt u de instellingen voor de effectparameters
configureren in aanvulling op de functies toegewezen aan de knoppen.
5.
Verander de knopfunctie.
• Zie
"Veranderen van de
• Als effectparameters aan de knoppen zijn toegewezen, kunt u slechts één gedeelte selecteren
waaraan een knopeffect is toegewezen.
• Wanneer koppeling van de knoppen K1-K2 is ingeschakeld, is het gedeelte waarop het effect wordt
toegepast hetzelfde gedeelte voor knop 1 en knop 2. Als u de functie van knop 1 of knop 2 verandert,
zal de niet-veranderde knop een andere aanbevolen functie hebben dan de knop waarvan u de
functie heeft veranderd.
• Bij veranderen van het gedeelte waarop de knopeffecten worden toegepast terwijl effectparameters
aan de knoppen zijn toegewezen, zullen de knopfuncties de aanbevolen instellingen worden voor het
effect van het veranderde gedeelte.
• U kunt het knoppenscherm ook laten verschijnen door op MENU te drukken en dan op KNOB.
• Als Actieve DSP aanhouden (pagina NL-106) is ingeschakeld, kunt u het speciale knopinstelscherm
voor Actieve DSP ook laten verschijnen door op de KNOB toets op het homescherm te drukken.
• De KNOB toets wordt mogelijk niet op het homescherm weergegeven als gevolg van de instellingen
van de homescherm-aanpassingsfunctie.
knopfunctie" (pagina NL-93) voor informatie over hoe u dit moet doen.
NL-105
Regelen van het geluid van een uitvoering