4. U kunt nu de eventuele lading van het platform halen om de storing
eenvoudiger te kunnen bepalen. Verlaat daarna zonodig het platform.
5. Op de bedieningskast: Controleer of de netspanning aanwezig is. Zo ja: test de
lift: bedien de lift op een normale wijze in opwaartse richting. Als de lift zonder
storing werkt, mag deze weer door het bedieningspersoneel gebruikt worden.
Let op
Het bedienen van de remlichter is ook nodig wanneer de nood-
bovenafslag is aangesproken. De lift zal in dat geval niet meer bewegen
en moet een klein stuk met de remlichter omlaag worden gebracht
7.9
I
NSPECTIES
Om de veiligheid van de bouwlift te waarborgen, moet u de lift regelmatig
inspecteren. Voer de volgende controles uit:
•
Na opstelling
Controleer de lift aan de hand van de controlelijst (zie "Controlelijst na
opstelling/elke 2 maanden" op pagina 81). Vul de lijst in, onderteken en bewaar
de lijst.
•
Wekelijks
Voer de wekelijkse inspectie uit (zie "Wekelijkse inspectie" op pagina 70).
•
Tweemaandelijks
Controleer de lift aan de hand van de controlelijst (zie "Controlelijst na
opstelling/elke 2 maanden" op pagina 81). Vul de lijst in, onderteken en bewaar
de lijst.
•
Jaarlijks
Laat de jaarlijkse inspectie uitvoeren (zie "Jaarlijkse inspectie" op pagina 71).
Hieronder staat een voorbeeld van de typeplaat zoals deze aanwezig moet zijn op
de A34(L).
Versie 1.9
69