DEMONTAGE
6
6.1
V
EILIGHEID TIJDENS DEMONTAGE
Tijdens de demontage kan de nood-bovenafslag niet gemonteerd zijn. Dit betekent
dat een deel van de veiligheidsvoorzieningen niet functioneert. De lift is dusdanig
geconstrueerd dat de loopwagen niet van de mast kan vallen.
GEVAAR!
Let er desondanks op dat het platform niet uit de mast loopt! Stop
de lift voordat u het einde van de mast bereikt.
GEVAAR!
Het is van groot belang dat alle bouten en moeren juist
aangebracht worden om te zorgen dat de mast de opgewekte
krachten aan kan.
GEVAAR!
Tijdens het opbouwen dient u zich aan te haken met een
veiligheidsharnas om vallen te voorkomen.
•
Bij werkzaamheden aan de lift wordt dringend geadviseerd om dit op de begane
grond te doen met het platform beneden.
•
Als u op hoogte en/of in de lift werkt, moet u zich beschermen tegen vallen, o.a.
door een veiligheidsgordel te gebruiken. Maak de veiligheidsgordel vast aan een
daarvoor geëigend onderdeel (indien u op het platform werkt aan een rood
aanhaakoog).
•
Alleen gekwalificeerde en aangewezen personen mogen montage, demontage,
inspectie, onderhoud en reparaties van de lift doen.
•
Voer onderhoud en reparaties alleen uit bij een spanningsloze en stilstaande lift.
•
Gebruik voor reparaties alleen deugdelijke en voor het gebruiksdoel geschikte
materialen en originele onderdelen.
•
Bij storm (windkracht 6 beaufort of hoger) mag u geen montage, demontage,
onderhoud en reparaties doen.
•
Maak geen gebruik van de lift als er onweersbuien binnen een afstand van 3 km
zijn (tijd tussen lichtflits en inslag ca. 10 sec.). Zet de lift bij voorkeur in de
begane grond positie.
•
Voer NOOIT werkzaamheden uit op het platform waarin ALLEEN de vanginrichting
is aangesproken
Daarom gelden de volgende beperkingen:
•
als u de bouwlift met 2 personen demonteert mag u maximaal 2 verlengmasten
meenemen;
•
als u de bouwlift met 1 persoon demonteert mag u maximaal 3 verlengmasten
meenemen.
Versie 1.9
51