OPSTELLING EN MONTAGE
4
4.1
V
EILIGHEID TIJDENS OPSTELLING EN MONTAGE
De lift is dusdanig geconstrueerd dat de loopwagen niet van de mast kan vallen,
wanneer de koprol gemonteerd is. Daarnaast zorgen diverse schakelaars er
normaliter voor dat het platform tevoren stopt.
GEVAAR!
Let er desondanks op dat het platform niet van de mast loopt!
Stop de lift voordat u het einde van de mast bereikt.
•
Bij werkzaamheden aan de lift wordt dringend geadviseerd om dit op de begane
grond te doen met het platform beneden.
•
Als u op hoogte en/of in de lift werkt, moet u zich beschermen tegen vallen, o.a.
door een veiligheidsgordel te gebruiken. Maak de veiligheidsgordel vast aan een
daarvoor geëigend onderdeel (indien u op het platform werkt aan een rood
aanhaakoog).
•
Alleen gekwalificeerde en aangewezen personen mogen montage, demontage,
inspectie, onderhoud en reparaties van de lift doen.
•
Voer onderhoud en reparaties alleen uit bij een spanningsloze en stilstaande lift.
•
Gebruik voor reparaties alleen deugdelijke en voor het gebruiksdoel geschikte
materialen en originele onderdelen.
•
Bij storm (windkracht 6 beaufort of hoger) mag u geen montage, demontage,
onderhoud en reparaties doen.
•
Maak geen gebruik van de lift als er onweersbuien binnen een afstand van 3 km
zijn (tijd tussen lichtflits en inslag ca. 10 sec.). Zet de lift bij voorkeur in de
begane grond positie.
•
Tijdens montage, demontage en inspectie mag het platform slechts voor 50 %
belast worden (en is transport van bevoegd personeel op het platform dus
toegestaan)
•
Voer NOOIT werkzaamheden uit op het platform waarin ALLEEN de vanginrichting
is aangesproken.
•
Voor de A34(L) zijn 2 soorten masten verkrijgbaar, de 60.084900 met een 34
mm. pijp aan de achterzijde en de 65.084901 met een 48 mm. pijp aan de
achterzijde. Deze mogen door elkaar op één lift worden gebruikt.
•
De lift mag maximaal 25 meter van het aansluitpunt (voeding) vandaan staan
met een 3 x 2,5 mm2 kabel
14
A34(L)