Werken met de aanbouwhakselaar
Werken met de aanbouwhakselaar
Aanbouwhakselaar uitlijnen
Indien mogelijk, moet het aanbouwen zodanig
geschieden dat de cardanas waterpas staat.
De bovenkoppeling moet daarbij zodanig worden
aangepast dat de aanbouwhakselaar haaks t.o.v. de
bodem (in het lood) staat.
Om de hakselaar tijdens gebruik tegen oneffenheden te
beschermen, wordt met behulp van de supportwielen
een vrije ruimte van 5 cm tussen werpbehuizing en de
bodem ingesteld.
Instelling op een vlakke ondergrond uitvoeren.
Aanbouwhakselaar weer op werkhoogte brengen en
met de tractorhydrauliek vastzetten.
Het hakselaggregaat wordt na de basisinstelling niet
meer versteld. Het voorzetstuk wordt via de
voorzetstukcilinders naar buiten getild resp. omlaag
gezet.
15-1