De parkeerrem hendel is de grote zwarte
hendel die geplaatst is tussen het spatbord
en de stoel aan de linkerzijde van de
bestuurder. De parkeerrem hendel schakelt
de parkeerremmen voor de wielen in. Trek
de handel omhoog en achteruit tot over het
dodepunt heen zodat de hendel in de aan
stand veert. Duw de handel naar voren en
omlaag om de parkeerrem uit te zetten.
D e m a c h i n e b e v a t v e r s c h i l l e n d e
electronische veiligheids schakelingen om
te voorkomen dat de machine kan starten
onder bepaalde omstandigheden, en om
ervoor te zorgen dat de machine stopt
onder bepaalde omstandigheden. Deze
schakelingen moeten voor ieder gebruik
getest worden, zodat u ervan verzekerd ben
dat ze goed werken. Zie de tabel op een van
de volgende pagina's.
Het start circuit zorgt ervoor dat de motor
niet kan starten tenzij:
• Zowel de stuurhendels staan in geopende
positie, en
• De PTO knop is i ngedruk t in zijn
uitgeschakelde positie.
Het stop circuit laat de motor stoppen als:
• De gebruiker opstaat van de stoel tijdens
het gebruik van de machine met de PTO
ingeschakeld of met de stuurhendels in
gesloten positie.
• De stuurhendels in hun gesloten positie
staan maar wanneer de parkeerrem
wordt ingeschakeld.
• De parkeerrem is ingeschakeld maar
wanneer de stuurhendels in gesloten
positie geplaatst worden.
• Wanneer de gebruiker niet op de machine
zit maar de stuurhendels in gesloten
positie geplaatst worden.
• Wanneer de gebruiker niet op de machine
zit maar wanneer de PTO naar boven
getrokken wordt om hem in te schakelen.
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van deze machine
tenzij alle veiligheidssystemen
g oe d wer ken zoals h ierb ov en
beschreven staat.
CHECKLIST OM TE STARTEN
Zorg voor een goede gebruiksgewoonte
en verhoog de mate van veiligheid van de
gebruiker door de volgende handelingen
routinematig te checken elke dag dat u de
machine gebruikt:
• Loop om de machine heen en controleer
met het oog voor losse of missende
onderdelen. Zorg er voor dat alle
onderdelen goed gemonteerd zijn en in
goede staat verkeren.
• Zo rg dat alle spatborden , ka ppen
en beschermingsschilden veilig en
nauwgezet zijn gemonteerd.
• Zorg dat de uitwerpklep of de mulchplaat
is geïnstalleerd bij de uitwerpopening
van het maaidek.
• Zorg ervoor dat alle veiligheidsstickers
goed leesbaar zijn (zie pagina 7).
• C o n t r o l e e r h e t o l i e p e i l v a n d e
hydrostatische aandrijving. Gebruik
NOOIT de machine wanneer deze een
laag oliepeil heeft. Een laag oliepeil
kan ervoor zorgen dat de aandrijving
beschadigd en de machine onbestuurbaar
wordt.
• Controleer het oliepeil van de motor (lees
de handleiding van de motor voor het
juiste oliepeil en type olie die gebruikt
moet worden).
20
Figuur 3