Inhoud PRODUCTBESCHRIJVING ....................7 PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID ..................7 SYMBOLEN ........................7 ALGEMENE AANWIJZINGEN .................... 8 AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID ................9 Wettelijke aspecten......................9 Waarschuwingen (algemeen) ..................9 Waarschuwingen m.b.t. het uitvoeren van inspanningstesten ........10 Pas op ..........................10 Let op ..........................10 INSTALLATIE........................
Pagina 6
9.2.5 STOP-toets .............................. 17 9.2.6 Centrale regelaar (draaiknop) ........................18 9.2.7 Autospeedtoets + indicatielampje ......................18 9.2.8 Insteltoetsen voor hellingshoek (inclinatie) ....................18 9.2.9 Toetsen hoogte-instelling verstelbare zijleuningen (alleen model EN- ....... 19 9.2.10 Veiligheidsgordel met magneetcontact ....................19 9.2.11 Patiëntstopknop (optioneel) ........................
Pagina 7
13.5 Richtlijn en fabricageverklaring elektromagnetische immuniteit ......87 13.6 Richtlijn en fabricageverklaring elektromagnetische immuniteit ......88 13.7 Aanbevolen afstand RF-communicatieapparatuur en de EN-Motion ......88 14 BESTELGEGEVENS ......................89 15 TOT SLOT ......................... 89 BIJLAGE 1 ..........................90 BIJLAGE 2 ..........................91 BIJLAGE 3 ..........................
Extra zorg is besteed aan betrouwbaarheid, veiligheid, gebruiksgemak en duurzaamheid. Met het aanschaffen van de EN-Motion loopband heeft u de juiste keuze gemaakt. Wij zijn ervan overtuigd dat u vele jaren met plezier zult werken met dit apparaat. Mocht u onverhoopt nog vragen hebben dan kunt u zich wenden tot uw leverancier.
Zekering 4 Algemene aanwijzingen Het is belangrijk dat u, voor het in gebruik nemen van de EN-Motion, deze handleiding goed doorleest. Zorgt u er vooral voor dat deze handleiding altijd beschikbaar is voor al het betrokken personeel. Let bij het gebruik van de EN-Motion met name op het volgende: U dient zich op de hoogte te stellen van de aanwijzingen m.b.t.
Start de loopband nooit met een hoge loopsnelheid om vervolgens te proberen erop te springen! De EN-Motion mag slechts door één persoon tegelijk bediend of gebruikt worden. Er mag tijdens gebruikmaken van de loopband nooit meer dan 1 persoon op de loopband staan;...
Patiëntstopknop ; Bij storingen aan uw EN-Motion loopband neemt u contact op met uw leverancier van de apparatuur of met Enraf-Nonius B.V. (Rotterdam, Nederland). Laat reparaties en installatie alleen uitvoeren door een door Enraf-Nonius geautoriseerde servicetechnicus;...
Laat het apparaat door een geautoriseerde deskundige controleren; Zet het apparaat niet in de buurt van een warmtebron zoals een radiator; Opstelling van de EN-Motion moet zodanig zijn dat het gebruik hiervan niet wordt belemmerd door andere objecten. Houd ten minste 1 m vrij rond het toestel;...
Om elektromagnetische beïnvloeding te voorkomen, adviseren wij de EN-Motion en de kortegolfapparatuur elk op een verschillende groep van het lichtnet aan te sluiten; Zorg ervoor dat het netsnoer van het kortegolfapparaat niet in de nabijheid van de EN-Motion of van de patiënt komt.
8 Indicaties en contra-indicaties 8.1 Indicaties De loopband kan worden gebruikt in alle omstandigheden waarin medische trainingstherapie, revalidatie, inspanningstraining, beoordeling van de ziektestatus of conditietests in de breedste zin van het woord zijn geïndiceerd, zulks ter beoordeling van de professionele zorgverlener. 8.2 Contra-indicaties De loopband is gecontra-indiceerd in elke omstandigheid waarin de professionele zorgverlener beoordeelt of had kunnen beoordelen dat dit de risico s voor de patiënt zodanig vergroot dat het opweegt tegen het voordeel...
Pagina 16
De apparaten kunnen worden gebruikt voor inspanningstesten. De ACSM stelt dat bij die personen die moeten worden getest, absolute en relatieve contra-indicaties moeten worden overwogen. De contra-indicaties die door ACSM worden vermeld, zijn als volgt: Absoluut Een recente significante verandering in het elektrocardiogram (ECG) in rust die wijst op significante ischemie, recent myocardiaal infarct (binnen 2 d) of een ander acuut cardiaal voorval Instabiele angina Ongecontroleerde hartritmestoornissen die symptomen van hemodynamische instabiliteit veroorzaken...
9 Bediening (algemeen) Dit hoofdstuk geeft een opsomming van de diverse onderdelen en bedieningsorganen (§ 9.1) en een uitleg van de functietoetsen (§ 9.2) en verschillende informatieschermen (§ 9.3). 9.1 Bedieningsorganen / onderdelen 9.1.1 Belangrijkste kenmerken (afbeelding 1) [1] Bedieningspaneel [2] Patiëntstopknop, verplaatsbaar (optioneel) [3] Handgrepen [4] In hoogte verstelbare z...
9.2 Gebruik van de functietoetsen / -knoppen 9.2.1 Snelheidstoetsen De snelheidstoetsen bevinden zich aan de linkerkant van het bedieningspaneel. De loopsnelheid wordt linksonder in het informatievenster [1] getoond en geeft aan hoe snel u loopt. De minimale bandsnelheid is 0,4 km/u.
9.2.3 PAUZE-toets Het is mogelijk om de training tijdelijk te onderbreken (om bijv. uw veter vast te maken of om even wat te drinken). Dit doet u door tijdens het lopen op de PAUZE-toets [4] te drukken. Er verschijnt een schermmelding (afbeelding 9) en de band zal geleidelijk tot stilstand komen.
STOP-toets [6] - 1x drukken = stop/einde Afbeelding 12 Opmerking: de loopband is ook tot stilstand te brengen door het activeren van: - Veiligheidsgordel met magneetcontact (zie 9.2.10) - Patiëntstopknop (optioneel toebehoren; zie 9.2.11) - Autostop-functie (zie 9.2.12) 9.2.6 Centrale regelaar (draaiknop) Met de centrale regelaar [7] kiest u de gewenste menufuncties (bijv.
Toetsen voor inclinatie [10] Afbeelding 15 De hellingshoek is op ieder willekeurig moment in te stellen/te veranderen door middel van de inclinatietoetsen [10]. Door op de + toets te drukken wordt de hoek met +0,5% verhoogd. Met de toets verlaagt u de hellingshoek. Door vanuit de 0-positie op de toets te drukken kan een negatieve hellingshoek (bergafwaarts lopen) worden ingesteld.
9.2.12 De AUTOSTOP-functie De AUTOSTOP-functie is een extra veiligheidsvoorziening die gebruik maakt van de sensor [2], die in de sensorkast is ingebouwd. De sensor signaleert of de gebruiker zich op het loopvlak van de band bevindt. Indien de gebruiker van de band afstapt terwijl deze nog draait, dan zal de sensor dit signaleren en komt de band automatisch tot een (tijdelijke) stilstand.
Pagina 23
Waarschuwingsschermen attenderen de gebruiker zowel vóór als tijdens de training op eventuele fouten en kritieke situaties. Een waarschuwingsscherm met een rode balk geeft aan dat speciale aandacht vereist is. Een scherm met een blauwe balk daarentegen is minder dwingend. NL109-1665750-47...
10 Bediening (stap-voor-stap) 10.1 Overzicht trainings-/therapiemogelijkheden Het instellen van de loopband dient in principe door de therapeut te gebeuren. De bediening van de loopband is echter zo eenvoudig en intuïtief, dat dit na voldoende instructie en controle door de therapeut ook door de gebruiker zelf gedaan kan worden.
Pagina 25
Selecteer de functie Snelstart met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. De snelheid en/of hellingshoek dienen handmatig te worden ingesteld. Pas nu de snelheid en hoekverstelling aan door middel van de + en toetsen. De band begint te draaien. Opm.: door vanuit het hoofdmenu direct op de + snelheidstoets te drukken, activeert u eveneens de Snelstart.
Tijdens het lopen worden de variaties in snelheid en hellingshoek grafisch bovenin het scherm weergegeven. Ook worden de actuele waarden voor de parameters tijd, afstand, energie en hartslag getoond. Onderaan het scherm wordt de actuele snelheid en ingestelde hellingshoek weergegeven. Opmerking: indien voor aanvang van de snelstart géén gewicht is ingevoerd en/of géén Sigma hartslagband wordt gedragen,...
10.2.2 Beëindigen van de training Druk op de STOP-toets om de training te beëindigen. De band komt geleidelijk tot stilstand en het Resultatenscherm verschijnt. Let op: de getoonde gegevens worden niet opgeslagen! Noteer de gegevens op het resultatenformulier (zie bijlage). De gegevens kunt u dan later in bijvoorbeeld een elektronisch patiëntendossier invoeren.
Pagina 28
Selecteer de functie Protocollijsten met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Er verschijnt een keuzemenu . Selecteer de lijst Voorgeprogrammeerd met de centrale regelaar en druk op de OK- toets. Voer nu eerst uw persoonlijke gegevens in, alvorens een keuze te maken uit de lijst met de voorgeprogrammeerde protocollen fijnafstemmin n de...
Pagina 29
Stel de lichaamslengte (cm) in met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Stel het gewicht (kg) in met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Alle persoonlijke gegevens zijn nu ingevoerd. Stel vervolgens de maximum loopsnelheid (km/u) in met de centrale regelaar en druk op de OK-toets.
Zodra de training is gestart zal de voortgang worden getoond aan de hand van een voortschrijdende tijdsbalk in het bovenste deel van het scherm. De balk komt overeen met de volgende tijdsintervallen: in de eerste minuut: blok van 1 minuut tot 12 minuut: blokken van 3 min.
Selecteer het gewenste programma in de Lijst met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. De loopband zal nu automatisch starten en geleidelijk versnellen totdat de gekozen maximum snelheid is bereikt *. Pas eventueel de snelheid en hellingshoek aan met de + en toetsen (hellingshoek kan alleen aangepast indien hoek 0%).
10.4.1 Therapiedoel: tijd Selecteer de functie Therapiedoelen met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Voer nu eerst uw persoonlijke gegevens in, alvorens een keuze te maken uit de lijst met beschikbare Therapiedoelen. De gegevens zullen worden gebruikt voor uw training en om persoonlijke trainingsresultaten te kunnen berekenen en presenteren.
Pagina 33
Stel de gewenste looptijd (min) in met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. De in te stellen looptijd bedraagt minimaal 1 minuut en maximaal 1440 minuten (24 uur). De looptijd is in te stellen in stappen van 1 minuut).
10.4.2 Therapiedoel: afstand Selecteer eerst de functie Therapiedoelen in het hoofdmenu met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Voer achtereenvolgens de Persoonlijke gegevens (geslacht, leeftijd, lichaamslengte en gewicht) in en druk op de OK-toets. De lijst met Therapiedoelen verschijnt. Selecteer het therapiedoel Afstand met de centrale regelaar en druk op de OK-toets.
Nadat het doel is bereikt klinkt een geluidssignaal en verschijnt het Resultatenscherm. De training is nu beëindigd. Neem kennis van de resultaten en noteer deze indien gewenst op het resultatenformulier (zie bijlage). Druk op de OK-toets om terug te keren naar het Hoofdmenu 10.4.3 Therapiedoel:Energie...
De loopband zal nu automatisch starten en geleidelijk versnellen totdat de gekozen snelheid is bereikt. Pas eventueel de snelheid en hellingshoek aan met de + en toetsen. Tijdens het lopen worden de belangrijkste parameters getoond: calorieën (nog te verbranden tot doel is bereikt) tijd (verstreken) afgelegde weg (gelopen afstand)
Pagina 37
Afbeelding 20 Afbeelding 21 HRT (Heart Rate controlled Training) wil zeggen dat de hartslag automatisch op hetzelfde streefniveau (Target Training Zone) gehouden wordt d.m.v. aanpassingen van snelheid en/of hellingshoek. De actuele hartslag van de loper wordt daarbij continu op het display weergegeven. De Target Training Zone wordt berekend aan de hand van de formule: 220 leeftijd*.
Pagina 38
Het Sigma hartslagregistratiesysteem bestaat uit een lichtgewicht zenderband, gedragen rond de borst, en een ontvanger, welke in het bedieningspaneel van de EN-Motion is gemonteerd. Door middel van twee elektroden registreert de zender elke hartslag en geeft deze door aan de ontvanger. Tijdens het lopen verschijnt de...
10.4.4.a Gewichtsreductie (HRT) Sluit eerst een hartslagopnemer (Sigma borstband) aan. Selecteer de functie Therapiedoelen in het hoofdmenu met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Voer achtereenvolgens de Persoonlijke gegevens (geslacht, leeftijd, lichaamslengte en gewicht) in en druk op de OK-toets. De lijst met Therapiedoelen verschijnt.
De loopband zal nu starten met een snelheid van 2 km/u (warming up) en geleidelijk versnellen, totdat de hartslagzone bereikt is. De snelheid en/of hellingshoek worden vervolgens automatisch aangepast, teneinde de hartslag binnen de zone te houden. Tijdens het lopen worden de belangrijkste parameters getoond: tijd (verstreken) afgelegde weg (gelopen afstand)
Pagina 41
Pas eventueel de tijd (min) aan met de centrale regelaar of druk op de OK-toets. De aanbevolen trainingstijd (en tevens de standaardinstelling) is 30 minuten. De minimaal in te stellen tijd bedraagt 1 minuut en maximaal 1440 minuten (in stappen van 1 minuut). Stel de maximum loopsnelheid (km/u) in met de centrale regelaar.
Voor de betrouwbaarheid van de resultaten is het belangrijk om de snelheid op elk inspanningsniveau met dezelfde waarde op te voeren. De EN-Motion loopband is een uitstekend instrument om de snelheid op het juiste niveau te houden. De progressie van de test moet zorgvuldig worden gepland: de beginsnelheid, de verhoging van de snelheid en het handhaven van de snelheid.
Pagina 43
De Conconi-test uitvoeren met de EN-Motion loopband Zorg dat de loper een goede warming up heeft gedaan en dat de hartslagband is aangesloten. Selecteer de functie Inspanningstesten met de centrale regelaar en druk op de OK-toets Voer nu eerst uw persoonlijke gegevens in, alvorens een keuze te maken uit de lijst met beschikbare inspanningstesten.
Pagina 44
Stel de startsnelheid (km/u) in met de centrale regelaar. Dit is de snelheid waarmee de band zal starten. Stel de snelheid niet te hoog in. De gekozen snelheid moet met zekerheid gerealiseerd kunnen worden, waarbij de hartslag niet te snel oploopt De test begint namelijk bij 115 BPM.
12 minuten zoveel mogelijk meters lopen. Belangrijk is om in een geleidelijk tempo te lopen. Om deze reden wordt de Coopertest in de EN-Motion met een automatische snelheidsaanpassing (autospeed) uitgevoerd. De Cooper-test is een redelijk zware inspanningstest en is niet geschikt voor mensen met een slechte gezondheid.
Pagina 46
Aan de hand van de gelopen afstand tijdens de Cooper-test kan een ruwe schatting van de maximale zuurstofopname (V02max) worden gegeven. Het maximale zuurstofopnamevermogen bepaalt hoeveel zuurstof iemand tijdens maximale inspanning kan benutten. Hoe hoger dit getal hoe beter de zuurstofvoorziening naar de spieren is. Hoe beter deze zuurstofvoorziening is, hoe lager het energieverbruik zal zijn en hoe efficiënter de sporter beweegt.
Pagina 47
De Cooper-test uitvoeren met de EN-Motion loopband Zorg dat de loper een goede warming up heeft gedaan. De test kan met of zonder hartslagmeter worden uitgevoerd (zie verder). Selecteer de functie Inspanningstesten met de centrale regelaar en druk op de OK-...
Pagina 48
Om de test met hartslagmeting uit te voeren sluit u eerst de borstband aan. De EN-Motion detecteert automatisch of een hartslagmeter is aangesloten en een hartfrequentiesignaal wordt ontvangen. Om de test zonder hartslagmeting uit te voeren drukt u op de OK-toets De Coopertest zal worden uitgevoerd m.b.v.
Nadat de test is afgerond verschijnt een scherm om de loper een indicatie te geven van zijn of /haar fitheidniveau. Hierbij zijn de volgende niveaus te onderscheiden: slecht matig redelijk/gemiddeld goed zeer goed Voor een gedetailleerd overzicht van de testresultaten dient u op de OK-toets te drukken Nadat de test is afgerond verschijnt het Resultatenscherm.
Pagina 50
Uitvoeren van de 6MWT De patiënt loopt zes minuten lang op een zelfgekozen snelheid (bij de EN-MOTION met automatische snelheidsaanpassing) en probeert een zo groot mogelijke afstand af te leggen zonder te rennen. Tijdens de test kunnen een hartslagmeter en pulsoximeter gebruikt worden om de fysiologische respons tijdens de test vast te leggen.
Pagina 51
Om de test met hartslagmeting uit te voeren sluit u eerst de borstband aan. De EN-Motion detecteert automatisch of een hartslagmeter is aangesloten en een hartfrequentiesignaal wordt ontvangen.
Pagina 52
Vervolgens verschijnt een scherm waarin aangegeven wordt dat de test zal worden uitgevoerd in de Autospeed-modus. Voordeel hiervan is, dat de patiënt/gebruiker zich volledig kan concentreren op het lopen en de bandsnelheid zich automatisch aanpast aan het tempo van de loper. Het is dus niet meer nodig om gedurende de test de loopsnelheid handmatig te verhogen c.q.
Stop de meting van de hartslag na de test. Doe een goede cooling-down en strek uw spieren; Op de EN-Motion loopband wordt de wandeltijd geregistreerd tot op de seconde en de hartslag wordt direct aan het eind van de test gemeten. Vanwege het leereffect is het aan te raden de eerste poging als proef te beschouwen.
Pagina 54
Testresultaten. Bij de EN-Motion worden de volgende testresultaten automatisch gegenereerd en weergegeven in het resultatenscherm: Wandeltijd (geeft aan hoe lang u erover deed); Hartslag (geeft de hartslag in slagen per minuut aan het eind van de test weer); Fitheidindex: deze index laat de conditie van de testdeelnemer zien, in vergelijking met de gemiddelde conditie van anderen in dezelfde leeftijds- en geslachtsgroep.
Pagina 55
Selecteer UKK 2 km wandeltest met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Let op: het gebruik van een hartslagmeter is noodzakelijk. De EN-Motion detecteert automatisch of dit het geval is j/n. Als dit niet het geval is dan zal een informatiescherm verschijnen om u hier attent op te maken.
Pagina 56
De UKK 2 km wandeltest zal worden uitgevoerd m.b.v. Autospeed. Als de standaardinstellingen voor de functie Autospeed zijn dient eerst de toegangscode te worden ingevoerd alvorens de functie Autospeed actief is (zie § 10.6 en § 10.7). Is de beveiliging uitgezet, dan is de functie Autospeed direct geactiveerd.
Nadat de test is afgerond verschijnt een scherm om de loper een indicatie te geven van zijn of haar fitheidniveau. Hierbij zijn de volgende niveaus te onderscheiden: slecht matig redelijk/gemiddeld goed zeer goed Voor een gedetailleerd overzicht van de testresultaten dient u op de OK-toets te drukken.
Pagina 58
De loopbandtest beidt de mogelijkheid om tijdens het lopen ECG, bloeddruk en subjectieve pijn (ACSM-schaal voor pijn bij perifere vaatziekte; ook wel vierpuntsschaal genoemd) te meten. De Claudicatio-test uitvoeren met de EN-Motion loopband De test kan met of zonder hartslagmeter worden uitgevoerd (zie verder).
Pagina 59
Om de test met hartslagmeting uit te voeren sluit u eerst de borstband aan. De EN-Motion detecteert automatisch of een hartslagmeter is aangesloten en een hartfrequentiesignaal wordt ontvangen.
De band komt in beweging. Elke 2 minuten wordt de hellingshoek automatisch met 2% verhoogd. De snelheid blijft gelijk. Tijdens het lopen worden de volgende parameters getoond: tijd (verstreken) gelopen afstand actuele hartslag (mits hartslagband gedragen wordt) loopsnelheid hellingshoek Op het moment dat de testpersoon aangeeft dat de pijn begint (= pijnvrije loopafstand en -tijd) drukt u...
10.6.1 Direct vanuit het Welkomstmenu en/of Hoofdmenu (dus vóór aanvang van de looptraining). Er is nog geen looptraining gekozen. De band is nog NIET IN BEWEGING. Dit betekent: eerst AUTOSPEED INSTELLEN, vervolgens in het hoofdmenu een OEFENVORM (looptraining) SELECTEREN en pas daarna de BAND STARTEN (m.b.v. de Autospeed-functie). Stap 1 AUTOSPEED INSTELLEN Druk op de AUTO-toets.
Stap 2 en 3 LOOPTRAINING SELECTEREN EN BAND STARTEN (voorbeeld Snelstart) . Selecteer in het Hoofdmenu de functie Snelstart en druk op OK om de looptraining te starten. Een scherm met de knipperende dat de looptraining d.m.v. automatische snelheidsaanpassingen (autospeed) uitgevoerd gaat worden.
10.6.3 Tijdens de looptraining Dus na eerst een looptraining in het hoofdmenu gekozen te hebben en de snelheid handmatig te hebben ingesteld. De band is dus IN BEWEGING. Dit betekent: als eerste de LOOPTRAINING SELECTEREN EN INSTELLEN, daarna handmatig de BAND STARTEN en terwijl u loopt de functie AUTOSPEED ACTIVEREN.
10.7 Systeeminstellingen Met de functie Systeeminstellingen kunt u de, door de fabrikant, ingestelde waarden veranderen. Het betreft hier de instelling: Taal Standaardinstellingen Persoonlijke protocollen Nulstellen Service Systeeminformatie Als u de door de fabrikant ingestelde waarden (voorkeuze) wilt veranderen, kunt u de instellingen in dit menu wijzigen.
Selecteer de gewenste Taal met de centrale regelaar en druk op de OK-toets De gekozen taal wordt ingesteld en u keert automatisch terug naar het menu Systeeminstellingen. Druk vervolgens op de STOP-toets of selecteer <terug> (pijl linksboven) om naar het hoofdmenu terug te keren. Opmerking: Het is niet nodig om het systeem opnieuw op te starten.
10.7.2.a Autospeed Selecteer de functie Autospeed met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Er wordt een menuscherm geopend waarin u alle instellingen die betrekking hebben op de functie Autospeed, kunt wijzigen. Dit zijn: Functie Beveiliging Nulpositie Reactieprofiel Functie De standaardinstelling is: functie = AAN De Autospeed-functie kan echter volledig uitgeschakeld worden onder de optie Functie.
Pagina 67
U keert automatisch terug naar het menu Autospeed. Het icoontje rechts in de menubalk geeft aan dat de functie Autospeed nu volledig is uitgeschakeld. Ook de overige instellingen die betrekking hebben op deze functie zijn nu niet meer te selecteren (grijs uitgevlakt)! Beveiliging De standaardinstelling is: beveiliging = AAN De beveiliging heeft tot doel dat...
Pagina 68
Nulpositie De standaardinstelling is: nulpositie = 55 cm Met de nulpositie wordt de afstand vanaf de sensor tot de positie van de patiënt op de band aangegeven. Dit bepaalt de zone waarin er geen snelheidsveranderingen (versnellingen/vertragingen) plaatsvinden. Dit wordt ook wel de nulpositie genoemd. De nulpositie kan gewijzigd worden (meer naar de sensor toe of juist meer van de sensor af).
Pagina 69
Reactieprofiel Een reactieprofiel bepaalt in welke mate en met welke snelheid de bandsnelheid automatisch toe- en afneemt. Snelheidswisselingen kunnen naar keuze zeer langzaam tot zeer snel plaatsvinden Het standaardprofiel (reactieprofiel 3 - gemiddeld) kan gewijzigd worden door Reactieprofiel te selecteren en op de OK- toets te drukken.
10.7.2.b Autostop Selecteer de functie Autostop met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Er wordt een menuscherm geopend waarin u de instellingen die betrekking hebben op de functie Autostop kunt wijzigen. Dit zijn: functie uitschakeltijd Functie De standaardinstelling is: functie = AAN De functie Autostop kan echter volledig uitgeschakeld worden onder de optie Functie.
Pagina 71
U keert automatisch terug naar het menu Autostop. Het icoontje rechts in de menubalk geeft aan dat de functie Autostop nu volledig is uitgeschakeld. Ook de andere instelling (uitschakeltijd) is nu niet meer te selecteren (grijs uitgevlakt)! Uitschakeltijd De standaardinstelling is: uitschakeltijd = 30 Met de uitschakeltijd wordt de tijdsduur aangegeven waarbinnen de loper kan besluiten om de looptraining te hervatten,...
U keert automatisch terug naar het menu Autostop. De gewijzigde tijdsduur van de uitschakeltijd wordt rechts in de menubalk getoond. 10.7.2.c Eenheden In het submenu Eenheden zijn de volgende parameters ondergebracht: afstand energie gewicht lengte snelheid Om de ingestelde eenheden te bekijken of te wijzigen selecteert u Eenheden met de centrale regelaar en drukt u op de OK- toets.
Selecteer de gewenste eenheid met de centrale regelaar en drukt u op de OK- toets. U keert automatisch terug naar het menu Eenheden. De gewijzigde eenheid (in dit geval meters) wordt rechts in de menubalk getoond. Op dezelfde wijze kunt u de eenheden veranderen voor: energie (kcal of KJ) gewicht (kg of lbs)
Stel de datum (dag) in met de centrale regelaar en drukt u op de OK-toets. Stel de datum (maand) in met de centrale regelaar en drukt u op de OK-toets. Stel vervolgens de datum (jaar) in met de centrale regelaar en drukt u op de OK- toets.
U keert automatisch terug naar het menu met de Standaardinstellingen. Het icoontje rechts in de menubalk geeft aan dat de functie Snelstart-energie nu is uitgeschakeld. 10.7.2.f Schermhelderheid De standaardinstelling is: schermhelderheid = 60% Selecteer de instelling Schermhelderheid met de centrale regelaar en druk op de OK- toets om het contrast van het beeldscherm te veranderen.
10.7.2.g Luidsprekervolume De standaardinstelling is: luidsprekervolume = 100% Selecteer de instelling Luidsprekervolume met de centrale regelaar en druk op de OK- toets om het geluidsniveau van de geïntegreerde luidspreker aan te passen. Verander het Luidsprekervolume met de centrale regelaar en druk op de OK-toets Het volume van de geïntegreerde luidspreker wordt opnieuw ingesteld en u keert automatisch terug naar het menu...
Beveiliging opheffen Selecteer in het menu Systeeminstellingen de functie Persoonlijke protocollen met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Voer eerst de toegangscode in door de PAUZE-toets en VIEW-toets gelijktijdig in te drukken en 2 seconden vast te houden. Na het ingeven van de juiste toegangscode zal een menu verschijnen met de mogelijkh...
Pagina 78
De cursor markeert programmastap 1. Druk op de OK-toets om naar tijd te gaan. Stel de gewenste tijd voor programmastap 1 in met de centrale regelaar. Druk op de OK-toets en stel de snelheid in met de centrale regelaar. Druk op de OK-toets en stel de hellingshoek in met de centrale regelaar.
Een schermmelding geeft aan dat het programma is opgeslagen. U keert automatisch terug naar het menu Persoonlijke protocollen. 10.7.3.b Protocollen bewerken Selecteer de functie Bewerken met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Selecteer met de centrale regelaar het te bewerken programma en druk op de OK- toets.
Pagina 80
De cursor springt automatisch naar de regel stap. Selecteer de te bewerken programmastap met de centrale regelaar en druk op de OK- toets. Verander de tijd, snelheid en/of hellingshoek met de centrale regelaar en de OK-toets. Selecteer bij vervolgstap (j/n?) nee en druk op de OK-toets.
Indien u ervoor gekozen heeft om het programma op dezelfde positie op te slaan en schermmelding u hierop attent maken. Druk op de OK-toets om deze actie te bevestigen. (selecteer <terug> en druk op de OK-toets om de procedure af te breken. U keert dan terug naar het vorige scherm, de Programmalijst).
Een schermmelding maakt u erop attent dat u het programma definitief gaat verwijderen. Druk op de OK-toets om deze actie te bevestigen. Selecteer <terug> en druk op de OK-toets om de procedure af te breken. U keert dan terug naar het vorige scherm, de Programmalijst.
(zie het Service Manual EN- Motion voor verdere informatie over het gebruik van deze functie). Bij storingen aan uw EN-Motion loopband neemt u contact op met uw leverancier of met Enraf-Nonius B.V. (Nederland).
Pagina 84
Selecteer in het hoofdmenu de functie Systeeminstellingen met de centrale regelaar en druk op de OK-toets. Het scherm met de Systeeminstellingen verschijnt. Rechts onderaan dit scherm wordt de actuele softwareversie getoond. Druk op de OK-toets. NL109-1665750-47...
Na het reinigen goed laten drogen alvorens de band weer gebruikt wordt. De EN-Motion is voorzien van een onderhoudsvrije band. Het is dus niet nodig om het loopdek en loopvlak van uw loopband van wax te voorzien.
Informeer s.v.p. naar de plaatselijke regels voor het afvoeren van apparatuur en toebehoren 12 Aanwijzingen bij storingen Bij storingen aan uw EN-Motion loopband neemt u contact op met uw leverancier van de apparatuur of met Enraf-Nonius B.V. (Nederland). Laat reparaties en installatie alleen uitvoeren door een door Enraf-Nonius geautoriseerde servicetechnicus.
13.4 Installatievereisten EN-Track Om de EN-Motion loopband in combinatie met EN-Track (softwareprogramma) te gebruiken dient u de beschikking te hebben over een computer, waarop het EN-Track softwareprogramma is geïnstalleerd. Een chipcardlezer is nodig om de chipkaarten te kunnen lezen en schrijven.
13.5 Richtlijn en fabricageverklaring elektromagnetische immuniteit De EN-Motion is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder is gespecificeerd. De cliënt of gebruiker dient er zeker van te zijn dat de omgeving hieraan voldoet. Immuniteitstest IEC 60601 Overeenkomstig Elektromagnetische...
De EN-Motion is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin RF-storingen gecontroleerd worden. De cliënt of gebruiker van de EN-Motion kan meehelpen om elektromagnetische storing te voorkomen door een minimum afstand aan te houden zoals hieronder aangegeven, tussen draagbare en mobiele RF- communicatieapparatuur (stralers) en de EN-Motion.
Elastische band voor Sigma Sport borstriem voor hartslagregistratie 15 Tot slot Wij hopen dat u lang en met veel genoegen gebruik zult maken van de EN-Motion loopband, Graag wijzen wij u op de vele andere kwalitatief hoogwaardige producten uit ons assortiment.
Bijlage 1 Voorbeeld PAR-Q Physical Activity Readiness Questionnaire (PAR-Q) Voor de meeste mensen zal lichamelijke inspanning geen problemen of gevaren opleveren. De Physical Activity Readiness Questionnaire (PAR-Q) is ontwikkeld om het kleine aantal mensen op te sporen voor wie lichamelijke activiteit minder geschikt is of voor wie het verstandig is een medisch advies te krijgen over de soort activiteiten dat het meest geschikt is (ACSM, 1991).
Pagina 93
BIJLAGE 2 A L G E M E E N S C O R E F O R M U L I E R Dit formulier kan gebruikt worden om de resultaten van een Snelstart-, Protocollenlijst- of Therapiedoeltraining vast te leggen en deze op een later tijdstip te verwerken in bijvoorbeeld een elektronisch patiëntendossier.
Pagina 94
BIJLAGE 3 S C O R E F O R M U L I E R 6 M W T De 6-minutenwandeltest is een intensieve inspanningstest die gebruikt kan worden om het functionele inspanningsvermogen van een patiënt in kaart te brengen en te evalueren. De test kan toegepast worden bij patiënten met diverse indicatiegebieden, waaronder hart- en longaandoeningen, alsmede bij reumatische aandoeningen en bij ouderen.
Pagina 95
BIJLAGE 4 SCOREFORMULIER UKK 2 KM TEST De UKK-wandeltest is een submaximale conditietest over een afstand van 2 km, die geschikt is om voor bijna iedereen tussen 20 en 65 jaar. De test wordt niet aanbevolen voor kinderen. Mensen boven de 65 kunnen de test doen als ze gezond zijn en regelmatig aan lichaamsbeweging doen.
Pagina 96
BIJLAGE 5 SCOREFORMULIER COOPERTEST De Cooper-test is een redelijk zware inspanningstest en is niet geschikt voor mensen met een slechte gezondheid. Na een goede warming-up dient de testpersoon in 12 minuten zoveel mogelijk meters te lopen in een zo geleidelijk mogelijk tempo. Na afloop van de test dient de testpersoon een goede cooling-down te doen.
Pagina 97
BIJLAGE 6 SCOREFORMULIER CLAUDICATIO-TEST De Claudicatio- achten van perifeer arterieel vaatlijden, veelal als gevolg van atherosclerose, te provoceren. De test wordt gebruikt voor de bepaling van de pijnvrije - en van de maximale loopafstand bij personen met diabetes mellitus, hypertensie, hyperlipidemie, lichamelijke inactiviteit en overgewicht. De resultaten van de loopbandtest worden gerelateerd aan datgene wat benodigd is in werk, huishoudelijke activiteiten, vrije tijdsbesteding en uit oogpunt van preventie van hart- en vaatziekten.