11. De-installatie/Transport
m Let op!
Koppel altijd de netstekker los.
Leeg de behuizing vóór transport.
1. Zorg voor een opvangbak met een inhoud van ca. 5 li-
ter (niet bij de levering inbegrepen) voor het af te voeren
water.
2. Verwijder de wateraftapplug (9).
3. Laat het water van de waterpomp volledig in de opvang-
bak stromen.
4. Verwijder de aanzuig- en drukleiding.
5. Verwijder de aan uw waterpomp bevestigde verbindings-
systemen resp. de multifunctionele adapters (13).
6. Verwijder het bevestigingsmateriaal van een permanent
geïnstalleerde waterpomp.
7. Kantel vervolgens het huis- en tuinapparaat, zodat het rest-
water via de aanzuig- en drukaansluiting (10 en 1) naar
buiten stroomt.
8. Schroef de wateraftapplug (9) vast.
9. Sluit de zuig- en drukaansluiting (10 en 1) af met de af-
sluitdoppen (1a en 10a) om de huis- en tuinmachine te
beschermen tegen stof en vuil.
Gebruik uitsluitend de transportgreep (2) om het product te
vervoeren.
12. Onderhoud
m Let op!
Voer onderhouds-, reinigings- en instelwerkzaamheden alleen
uit wanneer de netstekker uit het stopcontact is getrokken.
Wij adviseren u het product direct na elk gebruik te reinigen.
Maak het product regelmatig schoon met een vochtige doek
en een beetje zachte zeep. Gebruik geen reinigingsmiddelen
of oplosmiddelen; deze kunnen de kunststofonderdelen van het
product aantasten. Zorg ervoor dat er geen water in de motor
kan komen.
• Voor een lange levensduur adviseren wij regelmatige con-
trole en onderhoud (d.w.z. ten minste eenmaal per maand).
• Voordat de waterpomp voor langere tijd niet wordt gebruikt
of in de winter wordt opgeslagen, moet deze grondig met
water worden afgespoeld, volledig worden leeggemaakt en
op een droge plaats worden bewaard.
• Om de behuizing leeg te maken, draait u de wateraftapplug
(9) los en kantelt u het huis- en tuinapparaat iets.
• Bij gevaar voor vorst moet de waterpomp volledig worden
leeggemaakt.
• Controleer na langere periodes van stilstand, door kort in- en
uitschakelen, of de rotor goed draait.
• In geval van verstopping van de waterpomp, sluit u de druk-
leiding aan op de waterleiding en verwijdert u de zuiglei-
ding. Open de waterleiding. Schakel de waterpomp enkele
malen gedurende ongeveer twee seconden in. Op die ma-
nier kunnen verstoppingen in de meest voorkomende geval-
len worden verwijderd.
20
NL/BE
• Om het voorfilter (12) te reinigen, maakt u de voorfilterplug
(11) los en verwijdert u deze. Reinig deze aansluitend met
warm water.
Aansluitingen en reparaties
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrusting mogen
uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Service-informatie
Let op dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn
aan gebruiksmatige of natuurlijke slijtage, resp. de volgende
delen als verbruiksmateriaal wordt gebruikt.
Slijtdelen*: Afdichtingen, voorfilter, doorstromingssensorwiel,
terugslagklep
* niet persé in de leveringsomvang opgenomen!
Reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij ons ser-
vicecentrum. Scan hiertoe de QR-code op de titelpagina.
13. Opslag
Bewaar het apparaat en de bijbehorende accessoires op een
donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen ontoegankelijke
plaats.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 5 en 30˚C.
Bewaar het elektrisch apparaat in de originele verpakking.
Dek het elektrisch apparaat af ter bescherming tegen stof en
vocht.
Bewaar de gebruikshandleiding bij het elektrische apparaat.
14. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaansluiting
van de klant en het gebruikte verlengsnoer moe-
ten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
14.1 Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de iso-
latie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of deur-
openingen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of geleiding
van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet wor-
den gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is bescha-
digd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op schade.
Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel niet op het
elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en
DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend snoeren met
dezelfde aanduiding.
Op de aansluitkabel moet de typeaanduiding vermeld staan.