WAARSCHUWING
Lees voor de ingebruikname van het product deze handlei-
ding voor uw eigen veiligheid en de algemene veiligheids-
voorschriften grondig door. Als u het product aan derden
geeft om te gebruiken, dient u deze gebruikshandleiding al-
tijd mee te leveren.
Verklaring van de signaalwoorden in de
gebruikshandleiding
GEVAAR
Signaalwoord voor aanduiding van een direct
aanwezige, gevaarlijke situatie die, indien deze
niet wordt vermeden, de dood of ernstige ver-
wondingen tot gevolgd heeft.
WAARSCHUWING
Signaalwoord voor aanduiding van een mogelij-
ke gevaarlijke situatie die, indien deze niet wordt
vermeden, tot de dood of ernstige verwondingen
kan leiden.
VOORZICHTIG
Signaalwoord voor aanduiding van een mogelij-
ke gevaarlijke situatie die, indien deze niet wordt
vermeden, tot geringe of matige verwondingen
kan leiden.
LET OP
Signaalwoord voor aanduiding van een mogelij-
ke gevaarlijke situatie die, indien deze niet wordt
vermeden, materiële schade aan producten of ei-
gendommen tot gevolg kan hebben.
6
Veiligheidsvoorschriften
Wie mogen het product niet gebruiken:
• Kinderen en andere personen, die niet bekend zijn met
de gebruikshandleiding (plaatselijke voorschriften kunnen
de minimumleeftijd van de gebruiker bepalen).
• Personen die onder invloed zijn van alcohol, drugs, me-
dicijnen, moe of ziek zijn.
Veiligheidsvoorschriften voor handgevoerde grasmaaier
• Lees de gebruikshandleiding zorgvuldig door. Zorg er-
voor dat u bekend bent met de instellingen en het correc-
te gebruik van de machine.
• Laat de grasmaaier niet gebruiken door kinderen of an-
dere personen die de gebruikshandleiding niet kennen.
Lokale voorschriften kunnen de minimumleeftijd van de
gebruiker definiëren.
• Maai nooit wanneer er personen, kinderen of dieren in
de buurt zijn. Denk eraan dat de bestuurder of de gebrui-
ker van de machine verantwoordelijk is voor ongevallen
met andere personen of hun eigendommen.
• Maai alleen bij voldoende zicht. Zorg dat derden uit de
buurt blijven.
• Indien u het apparaat aan andere personen mocht over-
handigen, overhandig dan tevens deze gebruikshandlei-
ding a.u.b.
• Draag altijd stevig schoeisel met anti-slip zolen en een
lange broek tijdens het maaien. Maai nooit op blote voe-
ten of in lichte sandalen.
• Controleer het terrein, waarop de machine wordt ge-
bruikt en verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, speel-
goed, stokken en draden, enz., die vastgegrepen en weg-
geslingerd kunnen worden.
• Zet de motor uit, wacht tot deze volledig stil staat en kop-
pel de bougiestekker los als
– u het apparaat verlaat.
– u blokkades of verstoppingen verwijdert.
– het apparaat in aanraking komt met vreemde voor-
werpen.
– storingen en ongewone trillingen aan het apparaat
optreden.
WAARSCHUWING
Brandstof is zeer ontvlambaar:
• Bewaar brandstof alleen in daarvoor bedoelde containers
(jerrycans).
• Vul de tank uitsluitend bij in de buitenlucht en rook niet
tijdens het tanken.
• Brandstof moet voor het starten de motor worden bijge-
vuld. Open de tankdop niet terwijl de motor loopt of on-
middellijk na het uitschakelen van het product en vul
geen brandstof bij.
• Indien er brandstof is overgelopen mag er in geen geval
gepoogd worden om de motor te starten. In plaats daar-
van moet het product uit de buurt van met brandstof ver-
vuilde oppervlakken worden gehouden. Elke ontstekings-
poging moet worden vermeden totdat de brandstofdam-
pen zijn verdampt.
• Vanwege veiligheidsredenen moeten brandstoftank en
tankdeksel bij beschadiging worden vervangen.
• Brandstof mag nooit in de buurt van ontstekingsbronnen
worden bewaard. Gebruik altijd een gecontroleerde con-
tainer. Houd brandstof uit de buurt van kinderen.
• Vervang defecte geluiddempers.
• Voor gebruik moet door een visuele controle altijd wor-
den gecontroleerd of het mes en de bevestigingsbouten
versleten of beschadigd zijn. Om eventueel onbalans te
vermijden, moeten versleten of beschadigde messen en
bevestigingsbouten altijd per set worden vervangen.
Gebruik:
• Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn vastge-
draaid om er zeker van te zijn dat het product zich in een
veilige werktoestand bevindt.
• Bewaar het product nooit met brandstof in de tank bin-
nen een gebouw, waarin mogelijke brandstofdampen
met open vuur of vonken in contact kunnen komen.
• Laat de motor afkoelen, voordat u het product in gesloten
ruimtes plaatst.
• Om brandgevaar te vermijden, dient u de motor, uitlaat
en het bereik rond de brandstoftank vrij het houden van
gras, bladeren en uittredend vet (olie).
• Controleer regelmatig de grasvanginrichting op slijtage
of verlies van de functies.
NL / BE
|
21