Inhoudsopgave
Advertenties
7.2
E
TAGE
Met de etagestuurunit kan een etage worden geselecteerd en de lift daar
vervolgens naar toe gestuurd worden. Er kunnen maximaal 50 etages worden
geprogrammeerd. Voor programmeren zie paragraaf 7.2.2 en verder. De
etagestuurunit kan gebruikt worden in combinatie met een pulsteller (welke de
tanden van de tandheugel telt) of met etage-afslagschenen waar het aantal
(etage)pulsen geteld wordt door de etage schakelaar.
Let op
Iedereen die de lift bedient, monteert, demonteert, repareert of
onderhoudt moet alle veiligheidsvoorschriften in de
bedieningshandleiding, dan wel de installatiehandleiding gelezen en
begrepen hebben.
Opmerking
Diverse bedieningskasten, waaronder de grondbediening, hebben een
noodstop die de lift onmiddellijk stilzet.
Bij de etageafschermingen is een beveiliging ingebouwd: als het hek niet
volledig gesloten is, is besturing van de lift niet mogelijk.
Als de oprijklep niet is gesloten, is besturing van de lift niet mogelijk.
De lift stopt aan het einde van de mast.
De lift stopt op 2m boven de begane grond en kan uitsluitend met de
drukknopbediening op de begane grond verder naar beneden worden
bewogen.
In combinatie met de optionele etageoproepkasten kan de lift in de 2-
meterzone wel omhoog geroepen/gestuurd worden. In dat geval is het
verplicht om een grondomheining toe te passen welke voldoet aan de
NEN-EN12158-1+A1 (goederenliften), en daardoor een elektrische
beveiliging moet hebben, of aan de NEN-EN 12159
(personen/goederenliften). Dit betekent ook dat er een claxon (3
seconden start signaal) in het grondstation aanwezig moet zijn die
waarschuwt dat de lift gaat vertrekken.
7.2.1
Schakel de spanning in:
1. Als u een diefstalbeveiliging op de kabelton hebt geplaatst: verwijder deze (zie
Bedieningshandleiding van de betreffende lift).
2. Stel vast dat de werkschakelaar op de platformkast is ingeschakeld.
3. Op de grondkast, zet de hoofdschakelaar op ON.
4. Controleer de fasewachter: de 2 lampen van de fasewachter moeten allebei aan
zijn. Wanneer de gele lamp niet brandt zet dan de Faseomkeer schakelaar in de
andere stand, zodat de groene (voeding OK) en de gele (draairichting OK)
lampen alsnog gaat branden.
Versie 1.8
S
U
(ESU; O
TUUR
NIT
)
PTIE
91
Advertenties
Inhoudsopgave
