Etageafslagen
•
De lift stopt automatisch bij de eerstvolgende etage wanneer u de
bedieningsknop los laat. Zo lang u de knop ingedrukt houdt blijft de lift
bewegen.
Neergaande vastloopbeveiliging
•
De lift stopt als het platform beweegt ten opzichte van de motor (zie
"Loopwagen" op pagina 16). Wanneer het platform tijdens de neergaande
beweging vast zou lopen, bekrachtigt de glijplaat van de motor een schakelaar
welke voorkomt dat het platform vastloopt tijdens deze neergaande beweging.
Let op
Het kan voorkomen dat deze neergaande vastloopbeveiliging niet werkt
wanneer het platform op zijn uiterste voorzijde vast zou lopen omdat er
dan te veel zijdelingse kracht op de glijplaat kan komen, waardoor de
schakelaar niet aangesproken zou kunnen worden.
Afschermingen
•
De bewegende delen moeten rondom zijn voorzien van afschermingen
(bijvoorbeeld hekken).
Mastafscherming
•
De mastafscherming is een scheiding tussen het platform en de loopwagen met
mast. De lift wordt uitgeschakeld als de mastafscherming verwijderd is.
Elektrische beveiliging
•
De elektrische installatie is beveiligd tegen elektrische overbelasting (zie
"Grondkast voor lift met standaardbediening (drukknopbediening)" op pagina
18).
Valveiligheid
•
De loopwagen is voorzien van een vang die de lift stopt als de snelheid van de
loopwagen meer dan 0,4 m/s boven de nominale snelheid komt (zie
"Loopwagen" op pagina 16).
Werkstuit
•
De mast is voorzien van een uitschuifbare balk die de lift stopt op een veilige
afstand boven de begane grond, voor gebruik tijdens onderhoud aan de lift.
Versie 1.8
11