6. Controleer of de mastafscherming juist aangebracht is; ook deze wordt
elektrisch gesignaleerd en kan derhalve een storing veroorzaken.
7. Controleer of er een noodstop is ingedrukt.
8. Als de lift nog steeds niet werkt, en Relais K0M niet is ingetrokken, controleer
dan de schakelaars in de veiligheidslijn. In de elektrische schema's is
aangegeven op welke punten van de klemmenstrook elke schakelaar is
aangesloten, zie "Elektrisch schema" en "Elektrische gegevens" op pagina 97)
Opmerking
Gebruik hierbij een (digitale) multimeter.
9. Zet de multimeter op wisselstroom ~.
10. Bevestig de zwarte meetpen ergens aan Aarde (massa).
11. Met de rode meetpen, meet de spanning op de volgende punten van de
genummerde klemmenstrook:
Doorlusstekker(s) op doorverbinding
•
Schakelaar glijplaat motor
•
Klepsluitingen
•
Noodboven
•
Kantelhek van grondstation (optioneel)
•
Noodstop
•
Mastafscherming
•
De schakelaars staan in serie achter elkaar. Als u op een schakelaar een
spanning meet (voor de juiste spanning, zie het elektrische schema), en op de
volgende schakelaar in de rij is de spanning 0 V, dan is die schakelaar de
oorzaak van de storing
De neergaande vastloopbeveiliging testen en herstellen
Als boven de motorplaat
van de neergaande vastloopbeveiliging aangesproken. Met de volgende procedure
kunt u de beveiliging herstellen (resetten) zodat de lift weer werkt.
Pas op!
Alleen bevoegd personeel mag de volgende procedure uitvoeren.
80
geen luchtspleet
zichtbaar is, dan is de schakelaar
AT30(H)L/AT40(H)(L)