I - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1 - SYMBOLEN
In dit document
worden
!
waarschuwingen
aangeduid met een driehoek en wordt de
tekst vet weergegeven.
2 - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 - Plaatsing, ingebruikname
- De installatie, de elektrische aansluiting, de
inbedrijfstelling en alle andere wijzigingen dienen
door een gekwalificeerd vakman te worden
uitgevoerd en goedgekeurd conform de geldende
regelgeving en de regels van de kunst.
Respecteer de aansluitschema's! (§ pagina ...)
- Vóór de installatie: ontkoppel alle polen van de
netspanning. Zorg ervoor dat het toestel niet per
ongeluk kan worden ingeschakeld.
- De boiler mag enkel worden gebruikt voor de
verwarming van sanitair water.
Reglementaire voorwaarden voor installatie en
onderhoud in woningen
• Besluit
van
wijzigingsbesluit van 30 november 2005.
Verwarmingsinstallaties, aanvoer van sanitair
warm water, regels inzake inrichting en
veiligheid. Zorg er in het bijzonder voor dat u
de maximumtemperatuur voor de verdeling
van sanitair warm water respecteert.
Voorzie een thermostatische mengkraan aan
de warmwateraftapping om de temperatuur
aan het aftappunt te beperken (50°C).
• Besluit
van
Volksgezondheid inzake de bescherming
van water voor menselijke consumptie. Het
is in het bijzonder noodzakelijk om een
uitschakelsysteem op het vulsysteem van de
installatie te monteren en om materialen en
accessoires te gebruiken die beschikken over
een conformiteitsattest voor gebruik op een
distributienet van sanitair water.
-
Plaats de afsluitkraan nooit tussen
!
de veiligheidsgroep en de boiler.
-Respecteer de aanbevolen druk.
veiligheidsvoorschriften,
en
aanbevelingen
23
juni
1978
en
het
Ministerie
van
2.2 - Werking
- Respecteer de installatie-instructies om de
correcte werking te waarborgen.
- Sluit de afvoerbuis van de veiligheidsklep
nooit af:
Het is normaal dat er een beetje water langs de
veiligheidsgroep wegdruppelt bij het opwarmen
van de boiler (uitzetting van het boilerwater).
2.3 - Onderhoud
- Aanbevelingen voor de gebruiker:
• sluit een inspectie-/onderhoudscontract af met
een erkend vakman.
• laat het toestel jaarlijks nakijken.
• zorg
ervoor
regelcomponenten
(veiligheidsklep
veiligheidsgroep enz.).
- Respecteer de veiligheidsvoorschriften uit het
hoofdstuk ONDERHOUD.
- Let er ook op dat de installatie of het toestel niet
lekt (een lek kan een gevaar vormen voor de
veiligheid en het vermindert de levensduur van
de installatie).
- Gebruik enkel originele wisselstukken.
2.4 - Door de installateur aan de gebruiker
mee te delen informatie
- Leg de gebruiker uit hoe het toestel werkt en toon
hem hoe hij het moet bedienen.
- Vraag de gebruiker om het toestel niet zelf te
wijzigen of te repareren.
- Informeer de gebruiker omtrent de mogelijke
storingen en gevaren.
- Overhandig de gebruikshandleiding aan de
gebruiker.
- Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel
spelen.
- 3 -
dat
de
veiligheids-
correct
werken
3
bar,
ontluchter,
en