1 - DE INSTALLATIE VULLEN MET WATER
- De installatie vullen met water:
• voordat de installatie wordt gevuld, moeten de
leidingen van de installatie worden schoon
gemaakt, behalve deze van de boiler zelf.
Raadpleeg de
technische
2 - CONTROLE VOOR HET IN BEDRIJF STELLEN
- Controleer of de reinigingsopening van de boiler
goed waterdicht is afgesloten (zie 8, blz. 2 - blz. 7
- hoofdstuk III - TECHNISCHE SPECIFICATIES,
- controleer de waterdichtheid van de diverse
dichtingen en aansluitingen van de installatie,
- controleer de ontluchting van het primaire circuit,
3 - INFORMATIE AAN DE KLANT
Het is de taak van de installateur de gebruiker te
informeren over de werking van de ketel. Daarbij
moet vooral de nadruk gelegd worden op de
werking van de beveiligingen en op de noodzaak
van een regelmatig onderhoud door een vakman.
V - INBEDRIJFNAME
handleiding van de ketel
- De boiler vullen:
• vul de boiler met water via de veiligheidsgroep
(zie 8, blz. 5 - blz. 11 - hoofdstuk IV -
INSTALLATIE).
warmwaterkraan.
• controleer na het vullen de dichtheid van de
reinigingsopening van de boiler.
- Boiler en installatie goed ontluchten nadat ze met
water gevuld zijn.
- controleer of de elektrische aansluiting correct is
uitgevoerd.
- controleer, om de vermelde prestaties te
garanderen, of de koudwaterkraan van de
veiligheidsgroep juist is ingesteld om het
maximale
warmwaterdebiet
aangeduid in § 1 - blz. 5 - hoofdstuk III -
TECHNISCHE SPECIFICATIES.
- 13 -
Open
daarbij
een
te
verkrijgen,