5.7.2
Aanpassing van het NIR-FI-beeld
5.8
Aantekeningen maken
Gebruiksaanwijzing | 21 - Feb - 2022 | Version: 0
Aanwijzing: In de NIR-FI-modus varieert de signaalintensiteit afhankelijk van de
werkafstand van de endoscoop tot het weefsel. Hoe dichter de en-
doscoop bij het weefsel is, hoe intenser het fluorescentiesignaal ver-
schijnt.
Aanwijzing: Als lage niveaus van fluorescerende kleurstof niet goed zichtbaar zijn,
kan vermindering van de hoeveelheid LED-witlicht de zichtbaarheid
vergroten.
Instellen van het beeld in NIR-FI-modus
Doe het volgende:
1. Houd de knop Menu aan de voorzijde van het apparaat ongeveer 2 seconden
ingedrukt.
Het hoofdmenu verschijnt op het beeldscherm.
2. Navigeer naar het menu-item NIR Fi mode (NIR-FI-modus) en bevestig.
Het menu-item "NIR-FI-Modus" is geactiveerd.
3. Navigeer naar de gewenste beeldinstelling en breng de gewenste wijzigingen
aan met de pijltjestoetsen.
Sla uw wijzigingen telkens op door op Enter te drukken.
De beeldinstellingen voor de NIR-FI-modus zijn gewijzigd.
NIR FI Gain [NIR-FI-versterking]
De NIR-FI-versterking beïnvloedt de intensiteit en de detecteerbaarheid van het
fluorescentiesignaal.
Om de zichtbaarheid van een zwak fluorescerend signaal te verbeteren, verhoogt
u de NIR-FI-versterking om de fluorescentie intenser te maken.
Om de fluorescentie minder intens te maken, vermindert u de NIR-FI-versterking.
NIR FI Brightness (NIR-FI Helderheid)
De NIR-FI-helderheid regelt de belichtingsregeling van de camera en beïnvloedt
de helderheidsweergave van het witlichtbeeld.
VOORZICHTIG! Genomen foto's en video's kunnen gecomprimeerd of door ge-
wijzigde beeldinstellingen veranderd zijn. De foto- en videodocumentatie is niet
geschikt voor het stellen van een diagnose.
5.7 Bediening van de NIR-fluorescentiebeeldvorming
5 Bediening
Pagina 55 van 70