Inhoudsopgave
Advertenties
5.6.4
Invoer van patiëntgegevens
5.7
Bediening van de NIR-fluorescentiebeeldvorming
5.7.1
Schakelen tussen NIR-FI- en witlicht-modus
Gebruiksaanwijzing | 21 - Feb - 2022 | Version: 0
Patiëntgegevens invoeren
Voor de invoer van patiëntgegevens moet een toetsenbord aangesloten zijn.
Navigeer met de pijltoetsen in het menu en bevestig uw keuze telkens met Enter.
Doe het volgende:
1. Houd de knop Menu aan de voorzijde van het apparaat ongeveer 2 seconden
ingedrukt.
Het hoofdmenu verschijnt op het beeldscherm.
2. Navigeer naar het menu-item Patient information (Patiëntinformatie) en
bevestig.
Het menupunt 'Nieuwe patiënt' is geactiveerd.
3. Druk op de pijl naar rechts om de beschikbare patiëntgegevens te wissen.
4. Navigeer met de pijl naar onder naar het eerste tekstveld.
5. Voer de gegevens in. Spring met Enter van veld naar veld.
6. Navigeer naar Confirm selection (Invoerbevestiging) en sla uw invoer op
met de pijl naar rechts.
Bij de eerste opname wordt een nieuwe map op de USB-stick gecreëerd,
waarin de opnames worden opgeslagen.
De patiëntgegevens zijn ingevoerd.
Om de NIR-fluorescentie te visualiseren, drukt u op de overeenkomstige knop op
de camerakop of bedient u de overeenkomstige voetschakelaar om in de onder-
staande volgorde over te schakelen tussen de beeldmodi:
Witlichtbeeldvorming:
het standaard reflectiebeeld in witlicht wordt in natuurlijke kleur weergegeven; de
NIR-fluorescentie wordt niet weergegeven.
NIR-FI Groen:
het witlichtbeeld wordt weergegeven in grijstinten, de NIR-fluorescentie wordt
groen gesuperponeerd weergegeven.
NIR-FI Contrast:
de NIR-fluorescentie wordt in het wit weergegeven en alle andere gebieden van
het beeld zijn donker.
NIR-FI Intensiteit:
het witlichtbeeld wordt weergegeven in grijstinten, de NIR-fluorescentie wordt ge-
superponeerd weergegeven volgens een meerkleurige intensiteitsschaal.
5 Bediening
5.6 Voorbereiding voor gebruik
Pagina 53 van 70
Advertenties
Inhoudsopgave
