Beschaduwing
Kies de locatie van het laadstation zodanig dat het apparaat beschermd is tegen directe
zoninstraling. Installeer indien nodig een geschikte zonwering zoals in de volgende
voorbeeldafbeelding. Directe zoninstraling kan het laadstation en de laadkabels extra
opwarmen. Als het laadstation te warm wordt, wordt het laadvermogen gereduceerd
(derating) of wordt het laadstation uitgeschakeld.
Sterke ultraviolette straling bevordert vroegtijdige veroudering van de isolatie van de
laadkabels. Onderhoudsintervallen kunnen daardoor korter worden.
Afbeelding 4-19 Voorbeeld van beschaduwing
Richting van de luchtstroming
De luchttoevoer komt van bovenaf in de achterkant van het laadstation. De afvoerlucht gaat
aan de onderkant van het laadstation weg via de uitlaten vooraan en achteraan. Voor een
goede koeling moet u recirculatie van de afvoerlucht vermijden.
SICHARGE UC 100, UC 200, UC 300, UC 400, UC 600, UC 800
Bedieningshandleiding, 01/2024, A5E52455532-AD
Operationele planning
4.4 Operationele planning UC 300/400
65