7.10
Stroomvoorziening tot stand brengen,
3~/400V
▶
Bepaal de het type aansluiting:
Situatie
Functie blokkering energiebedrijf niet
aanwezig
Blokkering energiebedrijf aanwezig,
uitschakeling via aansluiting S21
Blokkering energiebedrijf aanwezig,
uitschakeling via scheidingsschake-
laar
7.10.1 3~/400V, enkele voeding
1.
Installeer voor het product, indien dit voor de installatie-
plaats is voorgeschreven, een aardlekschakelaar.
5
4
N
X200
L3
3
L2
2
L1
1
L
2
X210
N
1
L
4
N
3
X211
2
1
2.
Installeer voor het product in het gebouw een schei-
dingsschakelaar, zoals weergegeven op de afbeelding.
3.
Gebruik een 5-polige netaansluitleiding. Leid deze van
het gebouw door de wanddoorvoer naar het product.
4.
Sluit de netaansluitleiding in de schakelkast op de aan-
sluiting X200 aan.
5.
Bevestig de netaansluitleiding met de snoerontlastings-
klem.
7.10.2 3~/400V, dubbele voeding
1.
Installeer voor het product, indien dit voor de installatie-
plaats is voorgeschreven, twee aardlekschakelaars.
5
4
N
X200
L3
3
L2
2
L1
1
2
L
X210
N
1
L
4
N
3
X211
2
1
2.
Installeer voor het apparaat in het gebouw een schei-
dingsschakelaar zoals weergegeven op de afbeelding.
3.
Installeer voor het product twee scheidingsschake-
laars, zoals weergegeven op de afbeelding.
0020326644_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
4.
5.
Aansluitingstype
Enkelvoudige voe-
ding
6.
7.
Dubbele voeding
8.
7.11
1.
2.
N
L3
L2
L1
3.
4.
7.12
Voorwaarde: Geen tussenwarmtewisselaar in de binnenunit geïnstalleerd
▶
▶
▶
N
▶
L3
L2
Voorwaarde: Tussenwarmtewisselaar in de binnenunit geïnstalleerd
L1
▶
L
N
Gebruik een 5-polige netaansluitleiding en een 3-polige
netaansluitleiding. Leid deze van het gebouw door de
wanddoorvoer naar het product.
Sluit de 5-polige netaansluitleiding (van warmtepomp-
stroommeter) op de aansluiting X200 aan. Deze voe-
dingsspanning kan tijdelijk door het energiebedrijf wor-
den uitgeschakeld.
Verwijder de 2-polige brug aan de aansluiting X210.
Sluit de 3-polige netaansluitleiding (van huishoudelijke
stroommeter) op de aansluiting X211 aan. Deze voe-
dingsspanning bestaat permanent.
Bevestig de netaansluitleidingen met de snoerontlas-
tingsklemmen.
eBUS-leiding aansluiten
Gebruik een eBUS-leiding conform de voorschriften
(→ Hoofdstuk 7.4).
Leid de eBUS-leiding van het gebouw door de wand-
doorvoer naar het product.
6
S20
5
4
X206
S21
3
2
BUS
1
Sluit de eBUS-leiding op de aansluiting X206, BUS
aan.
Bevestig de eBUS-leiding met de snoerontlastings-
klem.
Maximaalthermostaat aansluiten
Gebruik een 2-polige kabel met een aderdoorsnede van
minimaal 0,75 mm².
Leid de kabel van het gebouw door de wanddoorvoer
naar het product.
6
S20
5
4
X206
S21
3
2
BUS
1
Verwijder de brug aan de aansluiting X206, S20. Sluit de
kabel hier aan.
Bevestig de kabel met de trekontlastingsklem.
Sluit de maximaalthermostaat aan op de binnenunit (→
installatiehandleiding voor binnenunit).
-
eBUS
+
133