6
Houd de tonercartridge aan de handgreep vast en trek
deze voorzichtig uit de printer.
■
U moet de tonercartridge verwijderen. Als de printer
wordt vervoerd met de tonercartridge nog
geïnstalleerd, kan er toner in de printer worden
geknoeid.
■
De tonercartridge niet schudden nadat deze uit de
printer is verwijderd. Er kan dan toner geknoeid
worden.
■
Plaats de verwijderde tonercartridge in de
oorspronkelijke aluminium verpakking of verpak hem
in een dikke doek; dit om te voorkomen dat hij aan fel
licht wordt blootgesteld.
7
Sluit de bovenklep.
8
Til de face-up uitvoerlade omhoog en haal de lipjes aan
de rechter- en linkerkant uit de gaten aan de achterkant
van de printer.
Duw de hendel omlaag.
9
Til de printer op en verplaats deze voorzichtig. Als de
printer over een grote afstand vervoerd moet worden,
moet deze in de oorspronkelijke doos worden ingepakt.
PROBLEMEN OPLOSSEN 5 - 34