Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen met afdrukken
Lampjes branden, knipperen of zijn uit
Probleem
Het Alarm-lampje
Staat er een foutmelding op het
brandt
LCD-scherm?
Het Ready-lampje is
Wordt op het LCD-scherm het menuscherm
uit
weergegeven?
Het Ready-lampje
Is de parallelle, USB- of Ethernet-interfacekabel
brandt niet en
losgekomen of afgesloten?
knippert niet als er
Voldoet de parallelle, USB- of
een printopdracht is
Ethernet-interfacekabel aan de vereiste
verzonden
printerspecificaties?
Is de computer goed geconfigureerd?
Klopt het IP-adres van de printer? (Bij
gebruik van TCP/IP.)
Het Ready-lampje
Is de printer geconfigureerd voor gebruik
brandt niet en
over een netwerk? (Bij gebruik van een
knippert niet als er
netwerk.)
een printopdracht is
verzonden
Er is een probleem op het netwerk. (Bij
gebruik van een netwerk.)
Staat de printer uit?
Het Ready-lampje
Misschien zitten er nog gegevens in de
brandt of knippert,
printer.
maar de afdrukken
worden niet uit de
printer uitgevoerd
5 - 3 PROBLEMEN OPLOSSEN
Mogelijke oorzaak
Wat te doen
Lees de melding en volg de instructies om
het probleem te verhelpen.
Raadpleeg Wat te doen als er een foutmelding
wordt weergegeven op pagina 5-15.
Druk op het bedieningspaneel op de toets
Menu om terug te keren naar de status
KLAAR.
Raadpleeg Toetsen op pagina 4-2.
Zet de printer uit en controleer de interfacekabel.
Sluit deze zo nodig opnieuw aan.
Gebruik alleen de aanbevolen parallelle of
USB-interfacekabels met deze printer.
10Base-T en 100Base-TX
Ethernet-interfacekabels zijn compatibel met
deze printer. Gebruik twisted-pair kabels die
geschikt zijn voor netwerkaansluitingen. Een
Categorie 5 100Base-TX is vereist.
Controleer de volgende instellingen op uw
computer en configureer onjuiste
instellingen opnieuw.
• Controleer dat de juiste printerdriver voor
uw besturingssysteem is geïnstalleerd.
• Controleer dat de poort in de printerdriver
goed is ingesteld.
Vraag uw systeembeheerder om een geldig
IP-adres. Controleer het IP-adres aan de
hand van de lijst met de printerconfiguratie.
Druk de lijst met de printerconfiguratie af
om de netwerkinstellingen te controleren.
Corrigeer de verkeerde instellingen.
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de
cd-rom.
Controleer dat de printer aanstaat en voer op
de computer de printopdracht nogmaals uit.
Is het probleem nu niet verholpen, neem
dan contact op met uw systeembeheerder.
Druk de kant van de schakelaar met de
markering I in om de printer aan te zetten.
Raadpleeg De printer aan- en uitzetten op
pagina 1-5.
Annuleer de afdruktaak of dwing de printer
om de resterende gegevens af te drukken.
Raadpleeg De toets Job Cancel op pagina 4-2.
Advertenties
Inhoudsopgave
