Deze handleiding bevat stapsgewijze installatie-instructies en is bedoeld als
referentie voor de bediening, het onderhoud en voor het oplossen van
problemen.
Tekstconventies
In dit document worden de volgende conventies gebruikt om de verschillende
tekstonderdelen van elkaar te onderscheiden:
Toetsen
INVOER VAN DE
GEBRUIKER
BESTANDSNAMEN
Menuopties, opdrachten
en dialoogvensters
OPDRACHTEN,
NAMEN VAN
DIRECTORY'S en
SCHIJFEENHEDEN
Typen
Invoeren
Informatie over deze handleiding
Namen van toetsen worden vetgedrukt weerge-
geven. Een plusteken (+) tussen twee toetsen geeft
aan dat deze gelijktijdig moeten worden ingedrukt.
Informatie die u moet invoeren, wordt in hoofd-
letters en in een ander lettertype weergegeven.
Namen van bestanden worden cursief en in
hoofdletters weergegeven.
De namen van menuopties, opdrachten en
dialoogvensters beginnen met een hoofdletter.
Deze elementen worden in hoofdletters
weergegeven.
Als u wordt gevraagd gegevens te typen, typt u deze
gegevens zonder op Enter te drukken.
Als u informatie moet invoeren, typt u de informatie
en drukt u op Enter.