N E D E R L A N D S
18. Tijdens de training de rug niet buigen maar recht houden.
19. Er zijn verschillende factoren die de exactheid van de weergave
via de hartslagsensoren kunnen beïnvloeden. Het is geen
medisch instrument. Het is uitsluitend bedoeld om u een globaal
beeld te geven van de tendens van uw hartslag.
20. We willen personen met een pacemaker, een defibrillator
of een ander geïmplanteerd elektronisch hulpmiddel graag
waarschuwen dat het gebruik van de hartslagsensoren voor
eigen risico is. Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt,
raden we u aan eerst een trainingstest onder toezicht van een
arts te doen.
21. Voor zwangere vrouwen wordt het gebruik van de hartslagsensoren
afgeraden.
22. Raadpleeg voor elk gebruik uw arts.
WAARSCHUWING: U dient van de fiets af te stappen wanneer u de instellingen wilt veranderen (zadel, stuur).
1
2
BEVEILIGING
INSTELLINGEN
3
4
5
+
-
23. Waneer u het product wilt op- of afstappen, dient u zich vast te
houden aan het stuur.
24. De montage en demontage van het product dient steeds
zorgvuldig te gebeuren.
25. Wanneer u de training wilt stoppen, trap dan rustig door en
breng de trapfrequentie omlaag totdat de pedalen stil houden.
26. Maximumgewicht van de gebruiker: 130 kg – 286 pond.
27. Tijdens de oefening mag slechts een persoon plaats nemen op
het apparaat.
28. Afnemen met een vochtige spons. Goed spoelen en drogen.
DE POSITIE VAN HET ZADEL
1
VERANDEREN
Voor een efficiënte training dient
het zadel op de juiste hoogte te
staan. Voor een doeltreffende trai-
ning dient het zadel op de juiste
hoogte te staan, d.w.z. dat uw
knieën tijdens het trappen licht gebo-
gen zijn wanneer de pedalen op de
laagste stand zijn. Om het zadel
aan te passen, schroeft u het knopje
op de zadelstang open en trekt u
het uit. Stel het zadel op de goede
hoogte in en plaats het knopje terug
in de zadelstang terwijl u het stevig
vastdraait.
Opgelet:
• overtuig u ervan dat het knopje
weer correct in de zadelstang zit
en draai het stevig aan.
• De maximale instellingshoogte
van het zadel nooit overschri-
jden.
HOE PAST U DE POSITIE VAN
2
HET STUUR AAN?
Om de hoogte van het stuur aan
te passen, houdt u het stuur vast en
draait u de knop op het hoofdframe
los. Zorg dat bij de gewenste hoog-
te, een van de gaten van de stuurs-
tang op een lijn ligt met de opening
in het hoofdframe. Plaats de knop
weer terug en draai hem aan.
Opgelet:
• Overtuig u ervan dat de stuurs-
tang op de juiste stand staat, en
draai de knop stevig aan.
• Overschrijd nooit de maximale
hoogte van de stuurstang.
47
AANPASSEN VAN DE
3
PEDAALRIEMEN
Voor het aanpassen van de pedaa-
lriemen, draait u eerst het blokke-
ringssysteem onder het pedaal los
en past de riem aan op de juiste
stand. Vervolgens draait u het blok-
keringssysteem weer vast.
4
DE FIETS RECHT ZETTEN
Wanneer de fiets tijdens het
gebruik niet stabiel staat, draai
dan aan een, of aan beide plastic
knopjes aan het uiteinde van de
achterste steunvoet, totdat de fiets
stabiel staat. Indien de fiets tijdens
het gebruik niet stabiel staat, draai
dan de aan plastic stelschroeven
onder aan de achterste steunvoet
totdat de instabiliteit is opgehe-
ven.
5
INSTELLING WEERSTAND
Op grond van de formulering van
de EN (Europese Norm), is dit
een product met een zogenaamde
'onafhankelijke snelheid'. U kunt
het remkoppel niet alleen regelen
door uw trapfrequentie, maar ook
door handmatig een weerstands-
niveau te kiezen (bij niet gemoto-
riseerde producten door aan de
controleknop voor het remkoppel
te draaien, en bij gemotoriseerde
producten door op de +/- knop te
drukken). Wanneer u echter het
zelfde weerstandsniveau behoudt,
dan zal het remkoppel toenemen/
afnemen, naarmate u sneller/lang-
zamer trapt.