Menuonderdelen
Welke menuonderdelen er gewijzigd
kunnen worden is afhankelijk van de positie
van de modusschakelaar.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
Instelling
(Camera)
/
/ Program / xAuto
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
1)
(EV)
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
∞ / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Spot AF /
1) 5)
9 (Focus)
Center AF / xMulti AF
(Metering
Spot / xMulti
1)
Mode)
1) 5)
WB (White Bal)
WB
/
1)
ISO
400 / 200 / 100 / xAuto
1)
(P.Quality)
xFine / Standard
staat
Beschrijving
De camerafunctie kiezen (blz. 23).
/
/
/
/
/
/
De belichting regelen (blz. 51).
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 47), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 53). De
lichtmeetplaats instellen.
/
/
/
/ xAuto
De witbalans instellen (blz. 55).
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 44).
gevoeligheidswaarde hoger wordt.
NL
107