Een flitsmodus kiezen
60min
101
VGA
96
S AF
, Zet de modusschakelaar op
en druk herhaald op v ( ) op
de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
(Langzame synchro): De flitser
SL
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] in het
menu, is de aanbevolen opnameafstand met
gebruik van de flitser ongeveer 0,3 m tot 1,5 m
(W)/0,5 m tot 1,5 m (T).
• U kunt de helderheid van de flitser instellen met
(Flash Level) op het menu (blz. 57). (U
kunt de helderheid van de flitser niet instellen
terwijl
(Camera) is ingesteld op [Auto] op
het menu.)
• Wanneer u de instelling
(langzame
SL
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen. Wees
voorzichtig dat uw hand niet trilt tijdens het
vasthouden van de camera.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het
/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,
gaat het lampje uit.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] op het
Setup-scherm (blz. 111). De
verschijnt op het LCD-scherm en de flitser
gaat vóór het opnemen af om het rode-
ogeneffect te verminderen.
m
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rode-
ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren.
indicatie
NL
29