-
Veiligheidsmeetsnoer testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
-
Voor dat met de schuifschakelaar of met de functietoets een andere functie
gekozen wordt, dienen het meetsnoer en de rode meetpen van het meet-
punt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 4 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus , zwart
-
bus voor V, Ω (positief) , rood, voor het meten van spanningen en weer-
standen, doorgangs- en diodentest, van de multimeter BENNING MM 4 ligt
t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V bedragen.
-
Met schuifschakelaar , functietoets en Range-toets van de
BENNING MM 4 de gewenste instelling kiezen.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus zwart,
van de BENNING MM 4.
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V, Ω, rood, van de
BENNING MM 4.
-
Leg het zwarte veiligheidsmeetsnoer en de rode meetpen aan de meet -
punten aan het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 4.
Opmerking:
In het lage spanningsbereik zal bij een open circuit de „000 V" aanduiding moge-
lijk niet in het display verschijnen. Door de meetpennen even kort te sluiten kunt
u de goede werking van het apparaat controleren.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.3 Weerstandsmeting
-
Kies met de schuifschakelaar , de blauwe functietoets en de Range-
toets de gewenste instelling van de BENNING MM 4
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus (zwart)
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V-Ω (rood)
-
Leg de punten van het zwarte veiligheidsmeetsnoer en de rode meetpen aan de
meetpunten in het circuit en lees de gemeten waarde af in het display.
Opmerking:
Controleer, om zeker te zijn van een juiste meting, dat er geen spanning staat
op de meetpunten in het circuit.
Bij kleine weerstanden kan het resultaat worden verbeterd indien van tevoren
door middel van kortsluiting van de meetpennen de weerstand van het meets-
noer wordt vastgesteld.
De aldus gemeten waarde kan dan van totaal gemeten weerstand worden
afgetrokken.
Zie fig. 4:
8.4 Doorgangstest met zoemer
-
Kies met de schuifschakelaar en de blauwe functietoets de gewenste
instelling „
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
(zwart) van de BENNING MM 4
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V, (rood) van de BENNING MM 4
-
Leg de punten van het zwarte veiligheids-meetsnoer en de rode meetpen
aan de meetpunten in het circuit. Is de weerstand tussen de twee meet-
punten kleiner dan 50 Ω, dan wordt een geluidsignaal afgegeven door de in
de BENNING MM 4 ingebouwde zoemer
Zie fig 5:
8.5 Diodecontrole
-
Kies met de schuifschakelaar en de blauwe functietoets de gewenste
instelling „
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus
(zwart) van de BENNING MM 4
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V, , (rood) van de
BENNING MM 4
-
Leg het zwarte veiligheidsmeetsnoer en de rode meetpen aan de dio de aan-
sluiting en lees de gemeten waarde af in het display
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
05/ 2011
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
weerstandsmeting
"
doorgangstest met zoemer
"
BENNING MM 4
71