5.11.2
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Gevaar door foutief gedimensioneerd leidingwerk.
De installatie is uitsluitend voor gebruik met de
meegeleverde (of gelijkwaardige) aansluitleidingen
bedoeld. In geval van twijfel met de fabrikant/leve-
rancier overleggen.
De aansluitkabels correct van het reservoir naar de
besturingskast aanleggen (bijv. met een mantelbuis).
Zorg dat er voldoende kabellengte is voor het onderhoud
aan elektrische onderdelen.
Adereindhulzen (lengte 8 mm) op de kabeluiteinden aan-
brengen.
Deksel van behuizing losschroeven en verwijderen.
De aansluitkabel door de kabeldoorvoer voeren.
De aansluitkabels conform het aansluitschema op de
klemstrip bevestigen.
Daarvoor de betreffende kabelklem met een geschikte
schroevendraaier tegen de veerdruk in omlaag gedrukt
houden tot het kabeluiteinde is ingestoken.
76 / 148
Pompstation / Inbouw- en bedieningshandleiding
016-102_01