fig. 14: Plaatsing van de montagevork
9.2.2 Motor vervangen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-IL/-DL/-BL
• Koppelingsschalen met ertussen geplaatste afstandsringen op de
pompas voormonteren en de voorgemonteerde koppelingsaseenheid
voorzichtig in het lantaarnstuk plaatsen.
• Nieuwe mechanische afdichting op de as plaatsen. Als smeermiddel
kan een in de handel verkrijgbaar afwasmiddel worden gebruikt.
• Waaier met onderlegschijf en moer monteren; hierbij een contramoer
aan de buitenkant van de waaier vastdraaien. Beschadigingen van de
mechanische afdichting door kanteling vermijden.
• Voorgemonteerde lantaarneenheid voorzichtig in het pomphuis
plaatsen en vastschroeven. Daarbij de roterende delen aan de koppe-
ling vasthouden om beschadigingen aan de mechanische afdichting
te voorkomen.
• Koppelingsschroeven een beetje losdraaien, voorgemonteerde kop-
peling een beetje openen.
• Motor met een geschikt hijswerktuig monteren en de verbinding lan-
taarn-motor (en adapterring bij BL-pompen) vastschroeven.
• Montagevork (fig. 14, pos. 10) tussen lantaarnstuk en koppeling
schuiven. De montagevork mag geen speling hebben.
• Koppelingsschroeven (fig. 1/2/3, pos. 1.41) eerst licht vastdraaien,
totdat de halve koppelingsschalen tegen de afstandringen liggen.
Koppeling vervolgens gelijkmatig verder vastschroeven. Daarbij
wordt de voorgeschreven afstand tussen lantaarnstuk en koppeling
van 5 mm automatisch met de montagevork ingesteld.
• Montagevork demonteren.
• Koppelingsbeveiliging monteren.
• Motor resp. netaansluitleidingen vastklemmen.
De motorlagers zijn onderhoudsvrij. Harde lagergeluiden en onge-
bruikelijke vibraties duiden op een versleten lager. De lager en/of de
motor moet dan worden vervangen. Vervangen van de aandrijving
enkel door de Wilo-servicedienst.
• De installatie spanningsvrij schakelen en tegen onbevoegde herin-
schakeling beveiligen.
• Sluit de afsluitarmaturen voor en achter de pomp.
• Pomp door het openen van de ontluchtingsschroef (fig. 1/2/3,
pos. 1.31) drukloos maken.
GEVAAR! Gevaar voor verbranding door vloeistof!
Door de hoge temperatuur van de vloeistof bestaat er verbran-
dingsgevaar.
• Bij een hoge temperatuur van de vloeistof voor werkzaamheden
altijd eerst laten afkoelen.
AANWIJZING
• Bij het vastdraaien van schroefverbindingen in combinatie met de
hieronder beschreven werkzaamheden: het voor het schroefdraad-
type voorgeschreven schroefaanhaalmoment in acht nemen (zie
paragraaf "Aanhaalmomenten schroeven" op pagina 18).
• De aansluitleidingen van de motor verwijderen.
• Koppelingsbeveiliging (fig. 1/2/3, pos. 1.32) demonteren.
• Koppeling (fig. 1/2/3, pos. 1.5) demonteren.
• Motorbevestigingsschroeven (fig. 1/2/3, pos. 5) aan de motorflens
losmaken en motor met geschikt hijswerktuig van de pomp tillen. Bij
BL-pompen raakt de adapterring ook los (fig. 3, pos. 8).
• Nieuwe motor met een geschikt hijswerktuig monteren en de verbin-
ding lantaarn-motor (en adapterring bij BL-pompen) vastschroeven.
• Koppelingspasvlakken en aspasvlakken controleren, indien nodig rei-
nigen en licht insmeren met olie.
Nederlands
17