Nederlands
7
Installatie en elektrische aansluiting
Veiligheid
7.1
Installatie
Voorbereiding
Positionering/uitlijning
10
GEVAAR! Levensgevaar!
Een ondeskundige installatie en elektrische aansluiting kunnen
levensgevaarlijk zijn.
• Elektrische aansluiting alleen door erkende elektromonteurs en
volgens de geldende voorschriften laten uitvoeren!
• De voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht nemen!
GEVAAR! Levensgevaar!
Vanwege de niet gemonteerde veiligheidsvoorzieningen van de
klemmenkast of in het bereik van de koppeling kan door een elek-
trische schok of door aanraking van draaiende onderdelen levens-
gevaarlijk letsel worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING! Letselgevaar door hoog eigen gewicht!
De pomp zelf en onderdelen van de pomp kunnen een zeer hoog
eigen gewicht hebben. Door vallende onderdelen bestaat het
gevaar van snijverwondingen, beknellen, stoten of slaan, hetgeen
kan leiden tot de dood.
• Altijd geschikte hijsmiddelen gebruiken en de onderdelen borgen
tegen vallen.
• Nooit onder zwevende lasten staan.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• Pomp uitsluitend door vakpersoneel laten installeren.
VOORZICHTIG! Beschadiging van de pomp door oververhitting!
De pomp mag niet langer dan één minuut zonder doorstroming
draaien. Door opgehoopte warmte ontstaat hitte, die de as, waaier
en mechanische afdichting kan beschadigen.
• Een minimale doorstroming van ca. 10 % van het maximale door-
stromingsvolume moet altijd zijn gegarandeerd.
De klemmenkast van de motor mag niet naar beneden wijzen. Indien
nodig kan de motor resp. insteekset na het losmaken van de zeskant-
schroeven worden gedraaid.
• Installatie pas uitvoeren, nadat alle las- en soldeerwerkzaamheden en
het evt. vereiste doorspoelen van het leidingsysteem zijn beëindigd.
Vuil kan de werking van de pomp beperken.
• De standaardpompen moeten beschermd tegen weerinvloeden en in
een vorst-/stofvrije, goed geventileerde en niet-explosieve omge-
ving geïnstalleerd worden.
• De pomp op een goed toegankelijke plaats monteren, zodat deze op
een later tijdstip eenvoudig kan worden gecontroleerd, onderhouden
(bijv. mechanische afdichting) of vervangen.
• Loodrecht boven de pomp dient er een haak of oog met het juiste
draagvermogen (totaal gewicht van de pomp: zie catalogus/specifi-
catieblad) aangebracht te worden. Bij het onderhouden of repareren
van de pomp kunnen hieraan hijswerktuigen of andere hulpmiddelen
worden bevestigd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• De hefogen aan de motor alleen gebruiken voor het dragen van de
motorlast en niet voor het dragen van de totale pomp.
• De pomp uitsluitend met toegestane hijswerktuigen optillen (zie
hoofdstuk 3 "Transport en opslag" op pagina 5).
WILO SE 09/2010