6. Bediening
Om machineschade of levensgevaarlijke letsels bij het gebruik van de machine te vermijden, moeten de
volgende punten absoluut in acht worden genomen:
- De machine mag alleen worden gebruikt/ingezet voor toepassingen die in overeenstemming zijn met de
bestemming.
- Informeert u zich vóór het inschakelen van de machine over het correcte gedrag bij storingen.
- Voer vóór het inschakelen van de machine functiecontroles uit aan de volgende eenheden:
•
bescherminrichtingen,
•
draairichting van het zaagblad
•
motorveiligheidsschakelaar,
•
reminrichting (max. 10 sec.)
-
6.1. Positie van het personeel
De positie van de gebruiker bevindt zich vóór of aan de zijkant van de machine. De directe weg naar de
machine moet worden vrijgehouden.
6.2. Bedienen
Let op:
Vóór het zagen moet er op worden gelet, dat de kwaliteit van het zaagblad nog
voldoet. (afgebroken tanden)
Belangrijke aanwijzingen met betrekking tot het zaagproces
•
De richting van de pijl op het zaagblad in acht nemen
•
De spanmoer en spanflens vast aandraaien
•
De splijtwig controleren op correcte instelling en vaste bevestiging
•
De aanzetdruk slechts zo sterk uitoefenen als de motor kan trekken
•
Het zaagblad beschermen tegen slagen
Lees ook het hoofdstuk "Algemene veiligheidsinstructies".
19