karakteristieke eigenschappen van de werkruimte, andere geluidsbronnen enz., bijvoorbeeld het aantal
machines en andere aangrenzende processen. De toelaatbare werkplaatswaarden kunnen eveneens
variëren van land tot land. Deze informatie moet de gebruiker echter in staat stellen om een betere
inschatting te maken van de gevaren en risico's.
•
Alleen de originele splijtwig mag worden gebruikt. De splijtwig mag niet dikker zijn dan de zaagsnede en
niet dunner zijn dan het basiselement van het zaagblad.
•
Het gebruik in een explosieve atmosfeer is niet toegestaan.
2.4. Eisen voor het bedieningspersoneel
Alleen opgeleide of geschoolde vakspecialisten boven de 18 jaar mogen worden geautoriseerd en
aangesteld voor de bediening van houtbewerkingsmachines. Personeel dat moet worden geschoold,
opgeleid of geïnstrueerd of dat een algemene opleiding volgt, mag alleen onder permanent toezicht van een
ervaren persoon met de machine werken.
2.5. Bijzondere risico's
De machine is overeenkomstig de EG-machinerichtlijn geconstrueerd en voldoet aan de hoge Europese
veiligheidseisen. Er blijven voor de gebruiker echter nog wel risico's bestaan, die hieronder worden
weergegeven.
Risico
Naar binnen trekken van lichaamsdelen en
kledingstukken
Gereedschapvernieling, loskomende
gereedschaponderdelen
Gevaar voor snijwonden door niet afgedekt blad
Gevaar voor kneuzingen
Gevaar voor de luchtwegen door stofontwikkeling
Brandwonden
Gevaar voor elektrische schok
Stootgevaar aan het hoofd door foutieve
werkwijze, in het bijzonder bij het afkorten van
lange werkstukken zonder zijsteun
Gevaar voor gehoorschade door
lawaaiontwikkeling
Foutief gedrag van de besturing
Beschrijving
•
lange haren,
•
niet aansluitende kledingstukken,
•
hardmetalen tanden / scheurvorming /
materiaalfouten,
•
foutieve montage bij de gereedschapwissel,
•
zijdelings ingrijpen in het gereedschap is
mogelijk,
•
foutieve montage van de beschermkap,
•
aan de zijkant van de machine
•
reststofgehalte ook bij correcte afzuiging
aanwezig
•
heetgelopen gereedschap,
•
geen afkoppeling van de stroomtoevoer bij
reparatiewerkzaamheden aan de elektrische
installatie,
•
Na het afkorten vallen de werkstukonderdelen
links en rechts van de machinetafel. Hierbij
wordt de beschermkap naar boven geslingerd.
•
sterke lawaaibelasting ook met
gehoorbescherming,
•
gevaaraankondigende geluiden en
akoestische signalen worden niet
waargenomen,
•
relaiscontacten kunnen blijven hangen, zodat
aggregaten zelfs bij een NOODSTOP-
commando niet kunnen worden uitgeschakeld.
In dit geval moet de hoofdschakelaar op nul
worden gezet en vóór de volgende
inbedrijfstelling moet de oorzaak van de
storing worden verholpen
12