Voor de gebruiker
ONDERHOUD
OVERSTORTVENTIEL (NIET BIJGELEVERD)
Uit de inlaatcombinatie van de boiler ontsnapt soms wat
water als warm water is gebruikt. Dit komt doordat het
koude water bij binnenkomst in de boiler uitzet bij het
verhitten, waardoor de druk toeneemt en de veiligheids-
klep opengaat.
De werking van de veiligheidskleppen moet regelmatig
worden gecontroleerd (circa vier keer per jaar) om te
voorkomen dat deze vast gaan zitten.
Open het overstortventiel handmatig om dit te controle-
ren en kijk of er water door de overloopleiding stroomt.
Als dit niet het geval is, is het overstortventiel defect en
moet dit worden vervangen.
SYSTEEM LEEGMAKEN
1.
Sluit de inkomende aanvoer naar de spiraal.
2.
Sluit de koudwatertoevoer af.
3.
Neem de afdekking van de aftapklep los en installeer
een geschikte slang.
Open de aftapklep.
4.
Tijdens het aftappen moet in de boiler lucht worden
binnengelaten door een warmwateraansluiting (XL4) of
een warmtapwaterkraan los te draaien.
Om te garanderen dat de boiler volledig leegloopt, moet
er een slang of een leiding met een uitlaat onder het
laagste niveau van de boiler worden aangesloten op de
aftapopening of aftapklep. Als de boiler op een vorstge-
voelige locatie wordt geïnstalleerd, moet de boiler wor-
den geleegd als deze niet wordt gebruikt. Door vorst
kan de boiler openbarsten.
SERVICE
Neem voor service contact op met de installateur. Ver-
meld altijd het serienummer (PF3) (14 cijfers) en de in-
stallatiedatum.
Er mag alleen gebruik worden gemaakt van reserveon-
derdelen die worden geleverd door NIBE.
PUB2/PUB2 DS 160-500 | NL
31