Gegevens delen
Bluetooth
Uw telefoon is Bluetooth-compatibel, waardoor u verbinding kunt maken met
andere Bluetooth-ingeschakelde apparaten voor een draadloze
gegevensoverdracht. Bij het gebruik van Bluetooth dient u binnen 10 meter
(33 voet) van andere Bluetooth-apparaten te blijven.
Bluetooth inschakelen
1.
Op het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
Wanneer Bluetooth ingeschakeld is, wordt de naam van uw telefoon
weergegeven bovenaan het
zichtbaarheid van uw telefoon in te stellen.
Als u de naam van uw telefoon wilt wijzigen, tikt u op
de telefoon
wijzig.. Wanneer u klaar bent, tikt u op
de wijzigingen op te slaan.
Koppelen met andere Bluetooth-apparaten
Om gegevens uit te wisselen met een ander Bluetooth-apparaat, dient u
Bluetooth in te schakelen op beide apparaten en dient u de apparaten met
elkaar te koppelen.
1.
In het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
3.
Uit de lijst met gedetecteerde Bluetooth-apparaten, tikt u op een apparaat
en volgt u de instructies op het scherm om met dit apparaat te koppelen.
Om de verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat te verbreken, tikt u
onder
GEKOPPELDE APPARATEN
en vervolgens op het tabblad Alles.
op Bluetooth.
Bluetooth
scherm. Tik op de naam om de
en vervolgens op het tabblad Alles.
op Bluetooth.
op
>
Koppeling ongedaan
>
Naam van
Naam wijzigen
om
maken.
43