In de APN-lijst tikt u op
informatie te resetten.
Het instellen van een Wi-Fi-verbinding
Wanneer u uw telefoon thuis gebruikt, kunt u een verbinding maken met de
Wi-Fi-hotspot gecreëerd vanaf uw router. Sommige openbare plaatsen, zoals
luchthavens en bibliotheken, kunnen ook Wi-Fi-netwerken hebben die
beschikbaar zijn voor gebruik.
Verbinden met een WiFi-netwerk
1.
Op het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
te schakelen.
3.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
Uw telefoon zoekt nu naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en geeft ze weer.
4.
Kies het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken en tik op
Verbinden.
Voer bij een gecodeerd Wi-Fi-netwerk het wachtwoord in wanneer hierom
wordt gevraagd.
Als Wi-Fi en mobiele data allebei zijn ingeschakeld, maakt uw telefoon
bij voorkeur een verbinding met het Wi-Fi-werk. Wanneer Wi-Fi
onbeschikbaar wordt, zal uw telefoon automatisch overschakelen naar
de mobiele gegevensverbinding.
WPS-pincode gebruiken
1.
Op het startscherm tikt u op
2.
Tik onder
DRAADLOOS EN NETWERKEN
te schakelen.
3.
Op de Wi-Fi-netwerklijst tikt u op
>
Standaardinstelling herstellen
en vervolgens op het tabblad Alles.
op de Wi-Fi-schakelaar om Wi-Fi in
op Wi-Fi.
en vervolgens op het tabblad Alles.
op de Wi-Fi-schakelaar om Wi-Fi in
.
Internetverbinding
om de APN-
41