Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Inbedrijfstelling
Instelling aan de vlam
42
Instelling van de 1e trap
Als de vlam is gedetecteerd en gestabiliseerd, zet de automaat de brander in de 1e trap zodra hij
toestemming voor de regeling ontvangt.
- Stel de oliedruk voor de 1e trap in naargelang het gewenste vermogen, met behulp van de
regelaar 8 op de pomp. Hierbij continu de verbrandingswaarden controleren (CO, CO
roettest). Indien nodig de maat Y afstellen en/of het luchtdebiet aanpassen.
Wijzig hiervoor de positie van de servomotor in de 1e trap. Ga te werk zoals beschreven op
pagina 39, in de paragraaf "Wijzigen van de instelling van een positie van de servomotor"
- Opgelet: bij het veranderen van de instelwaarde, verplaatst de servomotor zich direct. Daarom
moet u continu de verbrandingswaarden controleren.
Bijzondere functie: controle van de ontsteking
Als de positie van de ontsteking is gewijzigd, is het mogelijk de brander opnieuw te starten om de
nieuwe positie van de ontsteking te controleren, zonder dat hiervoor het instelmenu moet worden
afgesloten.
Om dit te doen, na het wijzigen van de positie van de ontsteking, zet u de cursor op het symbool
, en voert u een nieuwe start uit met behulp van de toets
Instellen van de positie van het openen van het olieventiel van de 2e trap
Na het instellen van de 1e trap, is het mogelijk de waarde van het openen van het olieventiel van
de 2e trap in te stellen. Ga opnieuw te werk zoals beschreven in de paragraaf "Wijzigen van de
instelling van een positie van de servomotor".
- Opgelet: in dit geval verplaatst de servomotor zich niet direct, maar blijft eerst in de positie van
de 1e trap (de werkelijke positie van de servomotor wordt permanent weergegeven in het
onderste deel van het display). Het ventiel van de 2e trap blijft ook gesloten. Het is eerst
mogelijk de positie van de luchtklep van de 2e trap te wijzigen.
Instelling van de 2e trap
Voor het instellen van de positie van de luchtklep in de 2e trap, zet u de cursor op de
overeenkomende regel op het display met behulp van de toets
instelwaarde. Ga te werk zoals beschreven in de paragraaf "Wijzigen van de instelling van een
positie van de servomotor".
- Om de brander werkelijk over te schakelen naar de 2e trap, drukt u opnieuw op de toets
servomotor zet vervolgens de luchtklep in de vastgelegde positie. Tegelijkertijd opent het
olieventiel van de 2e trap, zodra de vastgelegde positie voor het openen voor de servomotor is
overschreden.
- Stel de oliedruk voor de 2e trap in naargelang het gewenste vermogen, met behulp van de
regelaar 9 op de pomp. Hierbij continu de verbrandingswaarden controleren (CO, CO
roettest). Indien nodig de maat Y afstellen en/of het luchtdebiet aanpassen.
Wijzig hiervoor de positie van de servomotor in de 2e trap. Ga te werk zoals beschreven op
pagina 39, in de paragraaf "Wijzigen van de instelling van een positie van de servomotor"
- Opgelet: bij het veranderen van de instelwaarde, verplaatst de servomotor zich direct. Daarom
moet u continu de verbrandingswaarden controleren.
Bijzondere functie: verschillende posities voor het openen en het sluiten van het
olieventiel van de 2e trap
De branderautomaat kan het openen van het ventiel van de 2e trap, bij het opschakelen van de
1e naar de 2e trap, vastleggen op een andere positie dan die voor het sluiten bij het
terugschakelen van de 2e trap naar de 1e.
- Hiervoor legt u eerst, zoals eerder beschreven, de positie van het openen van de het olieventiel
van de 2e trap vast.
- Zet tenslotte de cursor op het symbool
symbool verandert als volgt
- Zet de cursor met behulp van de toets
en leg de nieuwe positie voor het sluiten vast, zoals beschreven in de paragraaf "Wijzigen van
de instelling van een positie van de servomotor".
07/2016 - Art. Nr. 4200 1021 1602A
en bevestig met de toets
.
op de instelwaarde van het olieventiel van de 2e trap,
,
2
.
. Wijzig indien nodig de
,
2
. Het geselecteerde
. De
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
