Inbedrijfstelling
Instelling aan de vlam
Bedrijfsmodus
Sluiten van het menu "Instelling aan de vlam"
Het instellen van de brander is klaar. Indien nodig kunnen de instelwaarden altijd nog worden
gecorrigeerd. Hiervoor zet u de cursor op de te wijzigen waarde met behulp van
de toetsen
of
.
Anders kunt u het menu "Instelling aan de vlam" te allen tijd op de volgende manieren sluiten:
- Begin opnieuw het instellen van de brander door de fase van de voorinstelling te doorlopen
(zonder invoeren van het wachtwoord). Zet hiervoor de cursor op het symbool
met de toets
. Alle reeds opgeslagen instelwaarden blijven zo behouden.
- Opslaan van de vastgelegde waarde en het instellen beëindigen. Zet hiervoor de cursor op het
symbool
en bevestig met de toets
worden bediend door de ketelregeling.
- Het instelmenu verlaten zonder het instellen geheel te voltooien. Zet hiervoor de cursor op het
symbool
en bevestig met de toets
servomotor worden opgehaald bij het opnieuw oproepen van het instelmenu.
Werkingsmodus - Weergave van de status van de werking, van het vlamsignaal en van
de werkingstijd
Na het voltooien van het instellen van de brander, gaat deze over op de werkingsmodus.
De status van de werking van de brander (werking in 1e of 2e trap) wordt aangegeven door de
lichte balk.
De cel aan de onderkant toont de sterkte van het signaal. Het weergavebereik ligt tussen 0 µA
en 13 µA. Een signaal met een goede kwaliteit ligt boven 3µA.
De volgende limietwaarden zijn geldig:
• Tijdens de controle van vreemd licht: het signaal moet zijn < 0,7µA
• Tijdens de veiligheidstijd: het signaal moet zijn > 1,3µA
• Tijdens de werking: het signaal moet zijn > 1,1µA
De cel rechtsonder toont de actuele tijd van de werking van de brander.
07/2016 - Art. Nr. 4200 1021 1602A
. De brander is klaar om te werken en kan voortaan
. Alle tot op dit moment opgeslagen posities van de
en bevestig
nl
43