9.2.4 Vervangen van de monoblock filter
− Verwijder het inlaatrooster (zie 9.2.1).
− Verwijder het vetfilter (zie 9.2.3).
− Neem de monoblock filter vast en kantel deze naar
voor.
− Plooi beide hoeken om en neem het monoblock
filter uit de aanzuigopening.
Na het vervangen
− Plooi de hoeken van het nieuwe monoblock filter
terug om en plaats deze in het frame via de aan-
zuigopening.
− Druk het filter goed aan tegen het frame.
− Plaats het vetvilter via de handgrepen terug in de
aanzuigopening in de juiste richting.
− Plaats het inlaatrooster terug in de aanzuigopening.
− Reset de vervangingsindicatie van de recirculatie-
filter (zie 7.2).
– 32 –