3.3 Verbrandingslucht
3.3.1 Algemene vereiste
3.3.2 Bedrijfswijze onafhankelijk van de omgevingslucht
B0611024_nl | Gebruikshandleiding Stukhoutketel S3 Turbo 18-45
Voor een veilige werking heeft de ketel ongeveer 1,5-3,0 m³ verbrandingslucht nodig per
kW nominaal verwarmingsvermogen en bedrijfsuur. De luchttoevoer kan plaatsvinden via
vrije ventilatie (bijv. ramen, luchtschacht), mechanische ventilatie van buitenaf of, indien
nodig, via verbonden ruimten.
De werking van de ketel is afhankelijk van de ruimtelucht, waarbij de verbrandingslucht
wordt onttrokken aan de installatieruimte.
Een geschikte luchttoevoer moet ervoor zorgen dat er geen ontoelaatbare onderdruk van
meer dan 4 Pa ontstaat in de installatieruimte. Het gebruik van veiligheidsvoorzieningen
(onderdrukbewaking) kan nodig zijn, vooral als de ketel gelijktijdig wordt gebruikt met
luchtaanzuigende systemen (bijv. een afzuigkap).
AANWIJZING! Veiligheidsuitrustingen en voorwaarden voor de werking van de
ketel (omgevingsluchtafhankelijk/niet-omgevingsluchtafhankelijk) moeten worden
besproken met de plaatselijke autoriteiten (overheid, schoorsteenveger, ...).
De verbrandingslucht wordt onttrokken aan de installatieruimte. De drukloze doorstroom
van het vereiste luchtvolume moet dienovereenkomstig worden verzekerd.
1
Ketel in omgevingsluchtafhankelijk bedrijf
2
Luchtaanzuigende installatie (bv. centraal stofzuigsysteem, ventilatie van de
woonruimte)
3
Onderdrukbewaking
4
Toevoer van verbrandingslucht van buitenaf
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem | 3
3
1
2
4
17