26
STILSTAANDE BEELDEN (FOTO'S) OPNEMEN & AFSPELEN
NE
Doorlopende opnamen
Als u de stand voor doorlopende opnamen
inschakelt, geeft het ingedrukt houden van de
knop Opnemen starten/stoppen in stap 3 in
"Stilstaande beelden (foto's) vastleggen"
(
blz. 25) hetzelfde effect als het maken van
een snelle opeenvolgende reeks foto's. (Interval
tussen de stilstaande beelden: ongeveer 0,5
seconde)
U kunt deze functie gebruiken door de kiesschijf
voor de opnamestand in een andere stand te
zetten dan
en vervolgens de multi-controller
op e te zetten zodat de
scherm verschijnt.
● U schakelt deze functie uit door de multi-controller
te verplaatsen naar e zodat de
-indicator) verdwijnt.
● Afhankelijk van het opnamemedium dat u
gebruikt, is het mogelijk dat het maken van
doorlopende opnamen niet goed verloopt.
● De snelheid voor doorlopende opnamen neemt af
wanneer u herhaaldelijk series opnamen achter
elkaar maakt.
Flitser
U kunt de flitser gebruiken bij het vastleggen van
stilstaande beelden (foto's). U kunt de stand van
de flitser voor dat doel aanpassen.
FLASH OPEN
1
Zet de Aan/Uit-schakelaar op
2
Selecteer
door op MODE te drukken.
3
Schuif FLASH OPEN in de richting van de pijl
1
zodat de ingebouwde flitser naar buiten komt.
● Het pictogram van de flitser knippert.
4
Selecteer met de multi-controller de flitsstand
die u nodig hebt w ( ).
-indicator in het
-indicator (of
.
[AUTOM]: De flitser werkt automatisch
wanneer de hoeveelheid licht afneemt.
AUT. R-EYE: De flitser werkt
automatisch maar vermindert het verschijnsel
van de rode ogen van het onderwerp.
AAN: De flitser werkt ongeacht de
omstandigheden tijdens de opname.
SLOW SYNCHRO: De flitser werkt
ongeacht de omstandigheden tijdens de
opname. De camera werkt in deze stand bij een
lagere sluitersnelheid, zodat het licht van de
flitser ook de achtergrond kan verlichten.
[ ] = Instelling in de fabriek
Wanneer u de flitser niet gebruikt
Duw de flitser wat naar beneden.
OPMERKINGEN:
● U kunt de flitser niet gebruiken in combinatie met
de functies Doorlopende opnamen en Bracketing,
enz. Er knippert een indicator die aangeeft dat
een stand niet te gebruiken is, of de indicator gaat
uit.
● Het pictogram van de flitser knippert ook wanneer
de flitser oplaadt.
● Stel [GAIN OMHOOG] in op [200] of [400] als de
flitser niet voldoende licht produceert. (
Bestanden wissen
Als u tijdens het opnemen op
bestand dat u het laatst hebt opgenomen,
gewist. (
blz. 40)
● Als u echter van opnamestand (video, stilstaand
beeld of stemgeluid) wisselt, of u hebt de camera
uitgezet en weer aangezet, dan kunt u het
bestand niet wissen.
blz. 51)
drukt, wordt het