Installatie
Waterkwaliteit
Waterkwaliteit
Circulatiepompen functioneren
uitsluitend goed met schoon
leidingwater van hoge kwaliteit. De
meest voorkomende factoren die
circulatiepompen en het systeem
kunnen aantasten zijn zuurstof,
kalkaanslag, slib, zuurtegraad en
andere stoffen (waaronder chloriden
en mineralen).
Naast de kwaliteit van het water speelt
ook de isolatie een belangrijke rol. Het
verwarmingssysteem moet luchtdicht
zijn. Kies materialen die niet gevoelig
zijn voor zuurstofdiffusie (risico op
corrosie...).
Kenmerken van het water
•
in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften
•
Langelier Index (LI) tussen 0 en
+0.4
•
binnen de in de grafiek
aangegeven grenzen
•
De waterkwaliteit moet worden
gecontroleerd door gekwalificeerd
personeel.
Hardheid
Als het water hard is, installeer dan
een systeem dat geschikt is om het
toestel te vrijwaren van schadelijke
afzettingen en kalksteenvoor-
zieningen.
Indien nodig, installeer een
waterontharder om de hardheid van
het water te verminderen
Netheid
Voordat het water op de unit wordt
aangesloten, moet het systeem
grondig worden gereinigd met
specifieke producten die doeltreffend
zijn om resten of onzuiverheden te
verwijderen die de werking kunnen
beïnvloeden. Bestaande systemen
moeten vrij zijn van slib en
verontreinigingen en beschermd zijn
tegen opeenhoping.
GEWICHTSPERCENTAGE
ETHYLEENGLYCOL
Bevriezingstemperatuur
Veiligheidstemperatuur
Nieuwe systemen
Bij nieuwe installaties is het van
essentieel belang dat de gehele
installatie (met de circulatiepomp
gedemonteerd) wordt gewassen
voordat de centrale installatie in
gebruik wordt genomen. Dit verwijdert
de resten van het installatieproces
(lassen, afval, voegproducten...) en
conserveringsmiddelen (waaronder
minerale olie). Vervolgens moet de
installatie worden gevuld met schoon
leidingwater van hoge kwaliteit.
Bestaande systemen
Indien een nieuwe ketel of
warmtepomp wordt geïnstalleerd op
een bestaand verwarmingssysteem,
moet het systeem worden gespoeld
om de aanwezigheid van deeltjes,
slib en afval te voorkomen. Het
systeem moet worden afgetapt
voordat de nieuwe unit wordt
geïnstalleerd. Vuil kan alleen worden
verwijderd met een geschikte
waterstroom. Elke sectie moet dan
afzonderlijk worden gewassen. Er
moet ook bijzondere aandacht
worden besteed aan de
"dode hoeken", waar zich veel vuil
kan ophopen als gevolg van de
verminderde watertoevoer.
Vervolgens moet het systeem worden
gevuld met schoon leidingwater van
hoge kwaliteit. Indien na het spoelen
de kwaliteit van het water nog steeds
ongeschikt is, moeten een aantal
maatregelen worden genomen om
problemen te voorkomen. Een
mogelijkheid om verontreinigende
stoffen te verwijderen is het
installeren van een filter. Er zijn
verschillende soorten filters
verkrijgbaar. Een gaasfilter is bedoeld
om grote vuildeeltjes op te vangen.
Dit filter wordt meestal geplaatst in
het gedeelte met de grotere
doorstroming. Een tissue filter is
ontworpen om de fijnere deeltjes op
te vangen.
5%
10%
15%
°C
-2
-3.9
-6.5
°C
3
1
-1
33
Uitsluitingen
De garantie dekt geen schade die is
ontstaan door kalk, afzettingen en
onzuiverheden afkomstig van de
watertoevoer en/of door het niet goed
functioneren van het
reinigingssysteem van het systeem.
Risico op vorst
•
Wanneer de buitentemperatuur in de
buurt van 0°C komt, kan het water in
de leidingen en de unit bevriezen.
•
Vorst kan onherstelbare schade aan
het toestel veroorzaken.
Vorstschade wordt niet gedekt door
•
de garantie.
Als de unit of de hydraulische
aansluitingen worden blootgesteld aan
temperaturen dicht bij 0°C:
• meng water met glycol, of
• de leidingen te beveiligen met
verwarmingskabels onder de
isolatie, of
• het systeem te legen wanneer het
lange tijd niet wordt gebruikt
Anti-vries oplossingen
Bedenk dat het gebruik van een
antivriesoplossing leidt tot een toename
van de drukval.
Zorg ervoor dat het gebruikte type
glycol geïnhibeerd is (niet corrosief)
en compatibel is met de onderdelen
van het watercircuit.
Gebruik geen ander glycolmengsel
(d.w.z. ethyleen met propyleen).
Waterfilter
Gebruik filter ≥ 30 mesh
•
Het moet onmiddellijk in de
waterinlaat van het toestel worden
geïnstalleerd, op een plaats die
gemakkelijk toegankelijk is voor
reiniging.
•
Het filter mag nooit worden
verwijderd, anders vervalt de
garantie.
20%
25%
30%
35%
-8.9
-11.8
-15.6
-19.0
-4
-6
-10
40%
45%
50%
-23.4
-27.8
-32.7
-14
-19
-23.8
-29.4