Inhoudsopgave
Advertenties
MultaRadar CT
6
Keuze van de meetlocatie
In principe moet de meetlocatie en de positie van het meetapparaat zodanig
worden gekozen dat de vooraf bepaalde meethoek
de radarstraal en de rijrichting van de gemeten voertuigen in acht kan worden
gehouden (1). Alleen in dit geval komt de gemeten waarde overeen met de
werkelijke snelheid van het gemeten voertuig.
Als de werkelijke meethoek groter is dan de voorgeschreven waarde (2), is de
gemeten waarde lager dan de werkelijke snelheid van het gemeten voertuig.
Als de meethoek kleiner (3) is, dan leidt dat tot een te grote meetwaarde in
verhouding tot de werkelijke snelheid van het gemeten voertuig.
Aanwijzing
De installatie moet altijd parallel met de rijbaan worden uitgericht; alleen dan is
een correcte meethoek gewaarborgd.
Verdere eisen aan de meetlocatie:
De meetlocatie moet een geschikte staanplaats zijn, zodat de afstelling
tijdens de meting niet kan worden veranderd.
Er mogen zich geen hindernissen in de radarstraal bevinden die de ver-
spreiding van de radarstraal voorkomen.
De radarsensor moet ten minste 50 cm boven de rijbaan worden gemon-
teerd.
In het bereik van de radarstraal moet het weggedeelte recht zijn.
JENOPTIK/10000021017/006/00/2017-12-11
Keuze van de meetlocatie
tussen het midden van
0
33
Advertenties
Inhoudsopgave
