Gebruik en behandeling van het elektrische apparaat
Belast het elektrische apparaat niet overmatig. Gebruik
a)
voor uw werk het daarvoor bestemde elektrische
apparaat. Met een geschikt elektrisch apparaat werkt u beter en
veiliger in het aangegeven vermogensbereik.
Gebruik een elektrisch apparaat nooit als de aan/uit-
b)
schakelaar ervan defect is. Een elektrisch apparaat dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
Trek de netstekker uit het stopcontact en/of verwijder
c)
de uitneembare accu, voordat u het apparaat instelt,
inzetgereedschap wisselt of het elektrische apparaat
opbergt. Deze voorzorgsmaatregelen voorkomen dat het elektrische
apparaat onbedoeld wordt gestart.
Berg niet-gebruikte elektrische apparaten op buiten het
d)
bereik van kinderen. Laat het elektrische apparaat niet
gebruiken door personen die hiermee niet vertrouwd
zijn of deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische
apparaten zijn gevaarlijk als ze door onervaren personen worden
gebruikt.
Onderhoud elektrische apparaten en inzetgereedschap
e)
altijd zorgvuldig. Controleer of bewegende delen
onberispelijk werken en niet klemmen en of er geen
onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat
ze de werking van het elektrische apparaat nadelig
beïnvloeden. Laat beschadigde onderdelen vóór het
gebruik van het elektrische apparaat repareren. Veel
ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrische
apparaten.
Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Met zorg
f)
onderhouden snijwerktuigen lopen minder vaak vast en zijn
gemakkelijker te sturen als de snijvlakken scherp zijn.
78 NL/BE