19. Storingsweergave
Er is een reeks storingen, die tijdens het regulaire gebruik van de centrale
kunnen optreden. Deze leiden niet direct tot een alarm of beletten het
activeren van de centrale. Storingen, van welke aard dan ook, dienen
onmiddellijk door de gebruiker verholpen of aan de bouwer gemeld te worden,
aangezien ze op een verkeerde werking wijzen. Storingen en het verhelpen
ervan worden in het gebeurtenisgeheugen genoteerd. Er treedt altijd een
storing op als u de volgende grafische weergave ziet (uitzondering na een
alarm):
Het uitroepteken (
) in de weergave wijst op de aanwezigheid van een
storing. Om de storing weer te geven, drukt u op de controletoets
onder
de weergave van het uitroepteken (
). U wordt gevraagd uw geldige
gebruikerscode in te voeren. Vervolgens wordt de storing weergegeven. U
ziet bijvoorbeeld de volgende grafische weergave:
Op de volgende pagina's staan de verschillende storingsweergaven, hun
betekenis en de mogelijke oorzaken vermeld.
Na het verhelpen van de storing bevestigt u met OK. De weergave van het
uitroepteken (
) verdwijnt.
42