14. Resetten van een alarm
Heeft uw alarmcentrale een alarm geactiveerd (ongeacht of lokaal, extern of
stil), dan moet dit eerst bevestigd en vervolgens gereset worden. Voor het
bevestigen van het alarm is het voldoende om de centrale te deactiveren.
Volg daarbij de aanwijzingen in paragraaf 10 op.
Werd het alarm bevestigd, dan worden de sirenes van de centrale, van de
infomodule(s) en de buitensirene en de relais van de universele module
gedeactiveerd.
De centrale bevestigt de alarmbevestiging met een akoestische melding.
Deze luidt:
„Let op! Er werd een alarm geactiveerd.
Reset nodig."
Gelijktijdig wordt in de grafische weergave van de centrale de reden van het
alarm weergegeven. U ziet bijvoorbeeld de volgende grafische weergave:
Opmerking: De grafische weergave verdwijnt na 30 seconden.
Een nieuwe activering van de centrale of van de partitie (ook intern) kan pas
plaatsvinden als het alarm gereset werd (Een uitzondering is de
automatische activering van de centrale).
Het resetten van het alarm kan alleen direct op de centrale gebeuren. Het
resetten van het alarm kan niet via afstandsbediening, draadloze cilinder
of draadloos bedieningselement worden verricht.
Is de grafische weergave al weer verdwenen, druk dan op de controletoets
onder de weergave van het uitroepteken (
gebruikerscode in te voeren. Werd de gebruikerscode ingevoerd, dan krijgt u
een akoestische melding. Deze luidt:
Na de geslaagde invoer van de gebruikerscode of direct na het bevestigen
van het alarm ziet u de volgende grafische weergave:
Voor het resetten van het alarm drukt u op de controletoets
weergave Resetten.
Is de oorzaak van het alarm verholpen, dan kan de centrale het resetten
uitvoeren. De centrale bevestigt het geslaagde resetten van het alarm met
een akoestische melding. Deze luidt:
Het uitroepteken (
Is de oorzaak van het alarm niet verholpen (bijv.: sabotagecontact van de
melder is nog altijd open, technische zone nog geactiveerd) dan kan de
centrale geen resetten uitvoeren. U krijgt geen akoestische bevestiging van
het resetten. Het uitroepteken (
activering van de centrale is niet mogelijk. Verhelp eerst de oorzaak van het
alarm en voer vervolgens een reset van het alarm opnieuw uit.
Heeft u het alarm gereset en werd de reset van het alarm door de centrale
akoestisch bevestigd, dan dient het uitroepteken (
verdwijnen. Is dit niet het geval, dan treedt er een storing op. Lees daarvoor
de paragraaf 19.
). U wordt gevraagd uw
16
„Let op! Er werd een alarm geactiveerd. Reset nodig."
„De alarmcentrale heeft het resetten uitgevoerd."
) in de weergave verdwijnt.
) in de weergave verdwijnt niet en een
onder de
) in de weergave te