4.13 Enkelfixatie
• Combi-onderstel: steek het uiteinde van de
stang (1) in het gat in het achterwiel (B) Trek
vervolgens de witte bout (C) terug en steekt
die in de uitsparing (D) aan de onderzijde van
het onderstel.
• Standaard onderstel: trek de witte bouten (C)
op de uiteinden van de stangen (2) terug en
steek deze in de uitsparingen (D) aan de on-
derzijde van het onderstel.
Instelling
• Om de enkelfixatie (E) aan de enkel van de
gebruiker te bevestigen, open de gesp (F),
breng de riem om de enkel aan en sluit de
gesp (F) weer.
• De riem (G) kan individueel worden ingesteld
op de paslengte van de klant. Daartoe brengt
u deze eenvoudig op de gewenste lengte.
• Om de paslengte voor de gebruiker nog ver-
der van tevoren in te stellen of ook om deze te
begrenzen, drukt u de klemmen (H) met duim
en wijsvinger in en verschuif de klemmen (H)
op de stang in de gewenste positie.
22
1
2
B
D
H
E
A
C
G
F