Inhoudsopgave
Advertenties
3.3 Wielen
De 5 ½"-wielen (A) bij het standaard- en loop-
band-onderstel zijn elk voorzien van een blok-
keerrem, een sleeprem, een teruglooprem en
een rijrichtingsfixatie.
Het combi-onderstel is voorzien van twee 8"
voorwielen (B) en twee 11 ½" achterwielen (C).
Blokkeerrem, sleeprem en teruglooprem bevin-
den zich in de achterwielen (C). De rijrichtingsfix-
atie bevindt zich in de voorwielen (B). De wielen
(A) en de voorwielen (B) zijn optioneel ook ver-
krijgbaar met een afstandsmeter (zie punt 4.1).
3.3.1 Rijrichtingsfixatie
De rijrichtingsfixatie voorkomt ongewild wankel-
en van de gebruiker.
• Druk voor activering op knop D.
• Voor deactivering drukt u op knop E.
Als de rijrichtingsfixatie op alle wielen is geac-
tiveerd, kan de gebruiker alleen voor- of achter-
waarts bewegen. Als de rijrichtingsfixatie alleen
op de achterwielen worden geactiveerd, blijft de
gebruiker stabiel en kan hij/zij toch nog sturen.
3.3.2 Blokkeerrem
Om de blokkeerrem te bedienen, trapt u met de
voet de hendel (F) naar beneden. Om deze vrij
te geven, drukt u de hendel (F) weer met de voet
omhoog. Bij het combi-onderstel zijn de blok-
keerremmen alleen in de beide achterwielen (C)
voorzien.
3.3.3 Sleeprem
Om de sleeprem te activeren, gebruikt u instel-
wiel (G).
3.3.4 Teruglooprem
De teruglooprem voorkomt het ongewild wegrollen naar achteren. De teruglooprem
activeren:
• Maak gebruik van de schakelaar (H).
• Als de rijrichtingsfixatie geactiveerd is, klinkt er een klik.
A
F
D
B
C
H
F
E
F
G
D
H
E
G
11
Advertenties
Inhoudsopgave
