3.2 Onderstel
3.2.1 Standaard onderstel
Het standaard onderstel (A) is voorzien van vier
5 ½"-wielen. Elk wiel (B) is voorzien van een blok-
keerrem, een sleeprem, een teruglooprem en
een rijrichtingsfixatie (zie punt 3.3). Als optie is
er een afstandsmeter (zie punt 4.1) verkrijgbaar.
3.2.2 Combi-onderstel
Het combi-onderstel (C) is voorzien van twee 8"
voorwielen (D) en twee 11½" achterwielen (E).
De blokkeerrem, sleeprem en de teruglooprem
bevinden zich in de achterwielen (E). De rijricht-
ingsfixatie bevindt zich in de voorwielen (zie punt
3.3). Als optie is er een afstandsmeter (zie punt
4.1) verkrijgbaar.
3.2.3 Loopband-onderstel
Het loopband-onderstel is voor gebruik op de
loopband bedoeld en is ook geschikt voor gebrui-
kers die meer ruimte in de breedte nodig hebben.
Naast de hoogteverstelling van het bovenframe
(zie punten 3.1.1 en 3.1.2) kan hier aanvullend
ook de hoogte op het onderstel worden versteld.
Druk hiervoor op knop (F).
Het onderstel is in twee formaten verkrijgbaar (voor afmetingen zie punt 7).
Binnen het loopband-onderstel mag de gebruiker niet in de richting
van de opening van het onderstel worden gepositioneerd!
Stop de loopband voordat er instellingen aan de loophulp worden in-
gesteld!
Let erop dat er zich geen ledematen in het in- of afstelgebied bevin-
den!
Zet altijd de remmen vast, als u het loopband-onderstel via de loop-
band gebruikt!
Gebruik wanneer u gebruikmaakt van het loopband-onderstel en een
loopband altijd de borststeun, de heuppositionering of de MPS!
Loop, bij gebruik van de loophulp, niet in omgekeerde richting op de
loopband!
10
A
B
C
D
E
F